Dag lieve Oma en Opa!
Een doodnormale zin die kleinkinderen zeggen tegen hun grootouders. Maar ook een zin die ik zelf nooit heb kunnen uitspreken, want al mijn Oma’s en Opa’s waren al dood toen ik geboren werd.
Bij ons in de familie werden we niet zo oud werd altijd gezegd…
Daarom wil ik hier iets over mijn Oma en Opa van mijn moeders kant vertellen. Daar weet ik erg weinig van. Vroeger, bij ons thuis, werd er namelijk nauwelijks over gesproken. Er was namelijk zoveel leed te verwerken en te verzwijgen. Het weinige dat ik wel over ze weet heb ik pas veel later ontdekt:
Mijn Opa Herman was van 1898 en mijn Oma Sara (ook wel Celine genoemd) was van 1903.
Na de geboorte van mijn moeder in 1926 kregen ze nog een dochter Juliëtte, geboren op 18 augustus 1930.
Mijn Opa en Oma waren, wat men tegenwoordig noemt, gegoede middenstanders. Ze bezaten een dameskapperszaak op A-locatie in de Kalverstraat 103 in Amsterdam en woonden met het gezin zelf boven die zaak.
Verder weet ik eigenlijk niks over hun karakter, ik heb hun stem nooit gehoord. Ik weet niet wat voor dromen of toekomstbeelden ze nog hadden.
Wat ik wel over ze weet is dat ze in 1943 vanuit Westerbork op transport zijn gesteld naar Sobibor en daar aangekomen op 21 mei 1943 vermoord zijn.
Mijn Opa is 45 jaar oud geworden, mijn Oma 40 jaar oud en mijn tante Juliëtte is slechts 12 jaar oud geworden.
Dat ik dit kan opschrijven, is te danken aan hun andere dochter, mijn moeder Mina, die als enige van haar hele familie na een schijnhuwelijk in Westerbork ook o.a. de kampen Theresiënstadt en Auschwitz heeft overleefd.
Intussen ben ik zelf de oudste generatie en klinkt het heerlijk in mijn oren als onze kleinkinderen roepen: Dag lieve Oma en Opa!