Eva Goldberg trouwde in Berlijn met de weduwnaar Felix Kimel, die al twee kinderen had uit zijn eerste huwelijk. In 1928 werd in de Duitse hoofdstad hun enige kind geboren, zoon Sol. Het huwelijk strandde niet lang daarna en in 1930 verhuisde Eva met haar zoon naar Amsterdam, waar haar zuster Lea al enkele jaren op de Lutmastraat 13 woonde met haar man Szaja (Josef) Reiner en hun twee zoons Ab (1929) en Marco (1932). Eva en Sol trokken bij het gezin in en korte tijd later verhuisden ze allezes naar een ruimere woning op de Zuider Amstellaan 37, waar ze bleven wonen tot ze in maart 1940 naar het Daniël Willinkplein verhuisden. Eva werkte als naaister en modiste, zowel thuis als bij anderen, en Sol ging naar de Zesde Montessorischool in de Niersstraat.
Toen Eva in november 1942 haar andere zuster bezocht, kwam ze in een razzia terecht. Omdat ze niet gesperrd was, werd ze meegenomen. Via de Hollandsche Schouwburg kwam ze op 28 november 1942 in kamp Westerbork aan. Omdat haar zwager Josef Reiner relaties bij de Joodse Raad had, kreeg hij het voor elkaar dat Eva in Westerbork kon blijven. Dit ging een half jaar goed, maar toen stond Eva’s naam toch op de transportlijst van 18 mei 1943 naar Sobibor. Ze werd direct na aankomst in de gaskamers om het leven gebracht.
Haar toen veertienjarige zoon Sol dook onmiddellijk na zijn moeders arrestatie onder, om te voorkomen dat hij op zou worden gehaald in het kader van de ‘gezinshereniging’. Een paar maanden later moest ook de familie Reiner onderduiken. In februari 1945, een paar maanden voor de bevrijding, ging het mis: hun onderduikadres in Hollandsche Veld bij Hoogeveen werd ontdekt en de arrestatie liep uit de hand. De boer die hen onderdak verleende werd doodgeschoten, Josef Reiner werd doodgeknuppeld, Lea Reiner-Goldberg, Ab (die door een kogel in zijn been was geraakt), Marco en Sol belandden in de gevangenis in Hoogeveen, en van daaruit werden ze naar Westerbork gebracht: Ab in de ziekenbarak, Marco in de kinderbarak en Lea en Sol in de strafbarak. Hun geluk was dat er op dat moment al geen transporten naar Polen meer gingen. Ze werden uiteindelijk in april 1945 in Westerbork bevrijd door de Canadezen.
Sol vertrok na voltooiing van zijn studie aan de Universiteit van Amsterdam naar Israël.