Addition

Over Fanny Michaelis-Mozes en Albert Michaelis

By: J.D.Geel

Een deel van de Reeuwijkse Bodegraafsestraatweg lag tot 1964 op Waddinxveens grondgebied. Daar woonden verschillende joodse families. Zij waren ondergebracht in pensions en wisselden geregeld van adres. Aan de Bodegraver Straatweg 22 woonden Heinz Hermann Michaelis, zijn echtgenote Fanny Michaelis-Mozes en hun zoon Albert Michaelis. Op dat adres woonden ook de ouders van Heinz Hermann Michaelis Jacob Israël Michaelis en Louise Sara Michaelis-Schmul en de zuster van Louise Sara Michaelis Schmul Erna Schmul. Allen waren stateloos.

Mevrouw Ingrid Burger-Laterveer, een buurmeisje van de familie, vertelt:

'Ons gezin kwam in juli 1940 uit Den Haag-Loosduinen in Reeuwijk wonen, ook aan de Bodegraafsestraatweg, die toen Bodegraver Straatweg heette. Een deel van de huidige Zoutmansweg was toen Bodegraver Straatweg en behoorde bij Waddinxveen. Wij moesten bij de plaatsaanduiding Reeuwijk ook altijd Waddinxveen vermelden. Natuurlijk waren we helemaal op Reeuwijk georiënteerd, we woonden er feitelijk en in de oorlog hoefden we voor bijvoorbeeld bonkaarten ook niet naar Waddinxveen te gaan. Aan de Waddinxveense Bodegraver Straatweg stond dus ons huis en daar was ook een stuk weiland, dat we de 'koeienwei' noemden. Daar speelden we tussen het Duitse afweergeschut. Wij woonden Bodegraafsestraatweg 20 en de joodse familie Michaelis woonde op nummer 22. Hun zoon Albert en ik zaten op dezelfde school, de School met de Bijbel bij de Reeuwijkse brug. Albert was 3 jaar ouder dan ik. Op een dag was de familie Michaelis verdwenen’.

Fanny Michaelis-Mozes,

Fanny Michaelis-Mozes had een zoon Albert en trouwde op 23 mei 1934 te Rotterdam met Heinz Hermann Michaelis, die Albert als zoon erkende.

In oktober 1940 verhuisde zij met haar man en zoon naar Reeuwijk, Nieuwdorperweg 1 en in 1941 naar de Bodegraafschestraatweg 22 te Waddinxveen.

Zij werd op 25 augustus 1942 op last van de Duitse Sicherheitsdienst door de politie van Reeuwijk naar Westerbork gedeporteerd en vandaar met 608 anderen op 28 augustus 1942 naar Auschwitz in Polen, waar zij op 31 augustus 1942 is omgekomen.

Heinz Hermann Michaelis, zoon van Jacob Israël Michaelis en Louise Sara Michaelis-Schmul, werd geboren op 28 mei 1908 te Bromberg in Polen.

Hij was in 1933 naar Rotterdam gekomen, waar hij aan de Binnenrotte 112 een dassenfabriek begon. Op 23 mei 1934 trouwde hij met Fanny Mozes. Haar zoon Albert, geboren op 14 maart 1930, werd door hem erkend en droeg voortaan de achternaam Michaelis. Tijdens het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940 werden huis en bedrijf verwoest.

In oktober 1940 vertrok hij met zijn gezin naar Reeuwijk en in 1941 naar Waddinxveen. Als gevolg van verraad -men had hem gezien, toen hij meereed met de plaatselijke huisarts, die het verbod joden in de auto te vervoeren in de wind sloeg; de arts kwam er met een flinke uitbranden vanaf- is hij door de Duitse Sicherheitsdienst opgepakt en met zijn gezin via Westerbork naar Duitsland gedeporteerd, waar hij gevangen zat in de concentratiekampen Auschwitz, Grozs-Rosen en Buchenwald.

Hij heeft de oorlog overleefd en woonde in 1945 weer korte tijd in Reeuwijk. Hij hervatte te Rotterdam de dassenfabriek en trouwde opnieuw.

 

Albert Michaelis,

Albert Michaelis was de zoon van Fanny Mozes, die op 23 mei 1934 trouwde met Heinz Hermann Michaelis. Nadat Heinz Michaelis Albert als zoon had erkend, heette hij: Albert Michaelis.

In oktober 1940 verhuisde hij met zijn familie naar Reeuwijk, Nieuwdorperweg 1 en in 1941 naar de Bodegraafschestraatweg 22 te Waddinxveen.

Hij werd op 25 augustus 1942 op last van de Duitse Sicherheitsdienst door de politie van Reeuwijk naar Westerbork gedeporteerd en vandaar op 28 augustus 1942 naar Auschwitz in Polen, waar hij op 31 augustus 1942 direct na aankomst is omgekomen.