Juda ging van 25 september 1890 tot het schooljaar 1898/1899 naar de Rotterdamse dovenschool. Zijn leergeld bedroeg 20 gulden. Volgens de gegevens van de school was hij doof geworden.
Juda trouwde op 7 juli 1912 in Zwartsluis met Henriëtte van der Sluis, doof en oud-leerlinge van de Groningse dovenschool. Zij hadden een dochter: Betty Estella Maarzen (1913-1943).
Juda was volgens de ledenlijst van 1934 lid van de Amsterdamse dovenvereniging Guyot. Hij staat tevens vermeld in het huldeblijk aan Hartog Zegerius, bij zijn 25-jarig bestuursjubileum.
Hij was 2e penningmeester van de feestcommissie bij het 50-jarig bestaan van Guyot.
Juda was volgens de notulen van 1938-1939 ook penningmeester van de Amsterdamse voetbalclub Amstelstad. In 1940-1941 trad hij af wegens drukke werkzaamheden.
Juda was schoenmaker van beroep.
Het huisadres van Juda was Krugerplein 26-2hg, Amsterdam. Op 21 juni 1941 moest het echtpaar Maarzen echter verhuizen naar de Cornelis Anthoniszstraat in Amsterdam.