Gerard ging van 5 september 1901 tot 14 juli 1910 naar de Groningse dovenschool. Volgens de gegevens van de school was hij doof geboren.

Zijn vader was koopman van beroep. Gerard leerde schoenmaken.

De school noteerde in december 1914 dat Gerard als pakhuisknecht werkte.

Gerard trouwde op 11 oktober 1923 in Amsterdam met Rebecca van Staveren, doof en oud-leerlinge van de Groningse dovenschool. Zij hadden een slechthorende zoon: Alexander Zeldenrust (1925-1943) en een dove dochter: Sientje (Sonja) Zeldenrust.

Gerard kwam op 29 januari 1920 in Amsterdam wonen. Hij was volgens de ledenlijst van 1934 lid van de Amsterdamse dovenvereniging Guyot. Hij staat tevens vermeld in het huldeblijk aan Hartog Zegerius, bij zijn 25-jarig bestuursjubileum.

Gerard was schoenmaker van beroep. Volgens zijn persoonskaart in het Amsterdams Stadsarchief had hij een eigen schoenwerkplaats aan de Zwanenburgwal 4-huis in Amsterdam, sinds 4 juli 1935. Dit was ook het woonadres van het gezin Zeldenrust.