Toespraak van Robert Hompes bij de onthulling van vier Stolpersteine ter nagedachtenis aan zijn ouders en twee broertjes voor het pand Brederostraat 133 in Zwolle op 7 november 2014.
Hier staat een joodse man, een jood.
Ziet u iets bijzonders aan hem?
Zijn kleding?
Zijn gedrag?
Zijn uiterlijke kenmerken misschien?
Zijn taal mogelijk, is die vreemd, anders, opmerkelijk?
Of is er iets bijzonders aan zijn optreden?
Iets waar u aanstoot aan zou nemen?
Hier in de Brederostraat in Zwolle?
U vindt dat ik een gewoon mens ben: niets bijzonders, geen afwijkende kleding, geen ander gedrag, geen bijzondere kenmerken of iets waar u aanstoot aan zou nemen?
Geen vreemde taal sprekend?
U ziet dus een normaal mens zoals er duizenden, miljoenen, zelfs miljarden van zijn.
Ik ben geboren in maart 1943 in de Jodenbuurt in Amsterdam onder de namen Robert Israël Hompes.
Mijn vader Ies die hier woonde op nummer 133 was er niet meer toen ik ter wereld kwam.
Die zou de naam Israël toen niet gegeven hebben.
Mijn vader is omgebracht in februari 1943 zodat ik hem niet gekend heb.
Was hij misschien bijzonder, had hij een afwijkend gedrag, had hij misschien andere uiterlijke kenmerken?
Zou hij misschien aanstoot hebben gegeven in deze straat?
Was hij zo anders dan u ?
Geboren en getogen in Zwolle uit ouders die reeds in 1910 uit Duitsland naar Nederland waren gekomen.
Werkte in de groothandel in Textielproducten van zijn vader aan de Melkmarkt hier in Zwolle.
Voor zover bekend was hij “gewoon een Zwollenaar ”.
Maar waarom heb ik hem dan nooit gekend?
Waarom was mijn vader al dood toen ik geboren werd?
Was hij misschien net als ik een Joodse man, een Jood ?
Was dat de enige reden om hem te doden?
Vader van twee kinderen en een kind op komst.
32 jaar oud?
Was het daarom dat ik hem nooit gekend heb?
Is dat Jood zijn dan zo iets bijzonders dat je vermoord wordt in Auschwitz?
Gold dat dan ook voor mijn moeder Henriëtte?
Was er dan iets bijzonders aan haar?
Haar kleding?
Haar gedrag?
Haar uiterlijke kenmerken misschien?
Was zij zo anders dan u ?
Geboren en getogen in Leeuwarden uit ouders Turksma, een eeuwenoude Friese familie naam.
Voor zover bekend was zij een gewone jonge vrouw uit Friesland en later Amsterdam.
Maar waarom heb ik haar dan nooit gekend?
Was zij misschien net als ik Joods?
Was dat de enige reden om haar te vermoorden in Sobibor in juli 1943 - 34 jaar oud?
Waarom moest mijn broertje David, worden vermoord samen met Henriëtte, onze moeder?
Was dit onschuldige kind zo anders met zijn acht jaar??
Of was er dan iets bijzonders aan mijn broertje Harry om hem te vermoorden samen met mijn moeder en mijn broertje David in Sobibor in juli 1943
Was dit onschuldige kind zo anders met zijn drie jaar?
Werden mijn vader, mijn moeder, mijn twee broertjes echt alleen maar vermoord omdat zij Joods waren?
Is dat Joods zijn dan zo erg en anders?
Ja, aanwezige vrienden, omdat mijn ouders en broertjes Joods waren werden zij om hun identiteit veroordeeld en omgebracht.
Vermoord door mensen in een systeem dat ingegeven was door opgewekte haat, door afgunst, door de economische malaise van de dertiger jaren en door populisme van enkelingen.
Hier staat een joodse man, een jood!
Ziet u iets bijzonders aan hem?
Zijn kleding?
Zijn gedrag?
Zijn uiterlijke kenmerken misschien?
Of is er iets bijzonders aan zijn optreden?
Ja er is iets heel bijzonders!.
Vandaag staan wij voor het huis waar mijn vader, mijn moeder in verwachting en mijn twee broertjes woonden en gelukkig waren.
Ik, Robert Hompes die er niet had mogen zijn!
Hier sta ik en ik kan daar trots op zijn.
Geboren uit Joodse ouders, ben ik gered door mijn moeder die een paar dagen na mijn geboorte mij bewust weggaf aan de verpleging in het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht in Amsterdam!
Ik kan nu, zoveel jaren na de oorlog, navertellen wat er gebeurd is.
Mijn moeder met mijn twee broertjes zijn van Zwolle naar haar moeder in Amsterdam verhuisd, waarschijnlijk rond eind oktober 1942. Op 18 maart 1943 ben ik geboren in de Muiderstraat in Amsterdam, hartje Jodenbuurt naast de Portugese synagoge en de drie andere sjoels waarin nu het Joods Historisch Museum is gevestigd.
Met hulp van de zusters van het ziekenhuis en via het verzet van studenten gezinnen, ben ik naar een onderduik adres van Kees Chardon in Delft gebracht.
De moedige familie Jongeleen in Delft heeft mij eind juli 1943 als joods pleegkind opgenomen en verzorgde mij tot vlak voor mijn 14e jaar.
Mijn onderduik/pleegzusje Tiny Jongeleen, hier helaas door ziekte niet aanwezig, werd in 1949 geboren en kan daarvan getuigen tot het jaar 1957. Van Delft verhuisde ik naar Den Haag en woonde in het gezin van mijn oom Maurits Meiboom en zijn vrouw Ala en mijn twee pleegzusjes Josée en Enny.
Enny Monasch-Meiboom, hier aanwezig, kan daarvan getuigen.
Na mijn studie in Rotterdam ben ik gaan proberen om in Israël te leven, maar ik kon mij niet hechten aan het leven daar, mede omdat ik hechten überhaupt zeer moeilijk vond.
Terug in Nederland ontmoette ik mijn vrouw van wie ik leerde wat hechten was en waarmee ik nu ruim één en veertig jaar getrouwd ben. En joods getrouwd ben. Dat moest zo zijn.
Bestaat toeval of bestaat toeval niet?
De Joodse traditie heb ik ondanks al mijn zoeken naar mijn roots en vooral naar mijn oorlogshistorie, mogen doorgeven samen met Evelyn. Zit de Joodse identiteit en daarbij religie toch diep van binnen waar je niet om heen kunt gaan?
Zoals wij hier bijeen zijn, ben ik er ook trots op dat de Hompes familie niet in zijn geheel tijdens de holocaust van de vijf Duitse- en NSB bezettingsjaren is ondergegaan.
Ik heb mijn familie samen met mijn vrouw wederom opgebouwd.
Twee zoons Dennis en Michael, twee schoondochters en thans drie kleindochters. Allemaal met de naam Hompes ! Allemaal met de Joodse identiteit en cultuur.
Vandaag herdenk ik met de vier Stolpersteine mijn familie.
Deze stenen geven mijn ouders en mijn broertjes weer een naam hier in Zwolle!
Het verleden heeft genoeg pijn gedaan, de toekomst is hier gelegd om een ieder die hier langs loopt te laten herinneren dat wij allen niet mogen vergeten.
Allen, gewone mensen zoals u ook bent. Ook al zijn wij Joden, Sinti, homo’s of andere gelovigen.
Daartoe helpen deze kleine persoonlijke tekens: “niet vergeten”.
Vergeven is – na zo lange tijd – goed en noodzakelijk maar vergeten mogen wij nooit.
Echt nooit.
Ik spreek de welgemeende- en hartgrondige wens uit dat de wereld leert van deze herinneringstekens.
We moeten blijven werken aan een betere wereld ook al zijn er weer te veel incidenten die helaas het tegendeel bewijzen.
Een paar dankwoorden zijn hier als slot, op zijn plaats:
- Ik dank in het bijzonder mijn pleeg / onderduik zusje Tineke zonder haar ouders had ik hier niet gestaan,
- Ik voel mij blij van binnen dat ook mijn pleegzusje en tevens achternicht Enny (haar vader en mijn vader waren volle neven) hierheen is gekomen om haar oom en tante en neefjes mede te gedenken,
- Ik dank Ies van Messel dat hij vandaag hier in Zwolle aanwezig is. Nog maar kort geleden hebben wij op een foto mijn moeder Henriëtte en mijn vader Ies herkent; jarenlang stond deze foto op jouw buffetkast in Toronto zonder te weten wie die familieleden waren. Hoe bijzonder is het om elkaar weer als familie te vinden en hier aanwezig te zijn samen met Ruth, je dochter Ann en haar man Daniel, om met mij onze familie Hompes -Turksma te gedenken,
- Ik dank mijn vrouw Evelyn die het voor elkaar heeft gekregen om - met vallen en opstaan - van een oorlogskind een man en echtgenoot en vader te maken,
- Ik dank met name ook mijn zoon Dennis en zijn vrouw Stephanie en haar moeder Wilma alsmede onze kleindochter Yaela (precies één maand oud) voor hun eigen wens om bij deze nagedachtenis aanwezig te zijn. Mijn zoon Michael en zijn vrouw en dochters zijn jammer genoeg niet aanwezig, maar zij hebben ook bijgedragen dat ik tegenwoordig naar de toekomst kan kijken,
- Ik dank de stichting Zwolse Stolpersteine via haar voorzitter Jaap Hagedoorn en secretaris Piet den Otter en ook de overige bestuursleden en Zwolse bewoners voor de realisatie van deze herinneringsstenen in de Zwolse straten. Met name wil ik ook noemen Sippora Stibbe die als 12 jarige regelmatig in dit Hompes huis kwam spelen en die ik pas een week geleden voor het eerst heb gesproken.
- De dierbare vrienden die hier naar de Brederostraat zijn gekomen om met mij, mijn familie te gedenken, dank ik voor hun lieve komst.
Mag ik nu een moment stilte om de Stolpersteine te onthullen. In gedachten zeggen wij “kaddisj”!
Ik verbind hiermee mijn verleden en de toekomst door Dennis uit te nodigen om de onthulling samen met mij te doen.
Wij gedenken:
Mijn vader Ies Hompes
Mijn moeder Henriëtte Hompes - Turksma
Mijn broertje David Hompes en
Mijn broertje Harry Hompes
Dank jullie wel!