Dolly Hertz was de dochter van Alexander Leopold Hertz en Johanna Sophia Hertz-Snoek. Zij en haar tweelingzuster Polly werden in Amsterdam geboren op 17 april 1925. Haar oudere zuster Hella werd geboren op 7 april 1923. Haar moeder was afkomstig uit Duitsland. Haar vader was importeur. Joodse rituelen speelden geen belangrijke rol in het gezin. Het gezin woonde aan de Anna Paulownastraat 117 in Den Haag. Dolly was leerlinge van het gymnasium.
Hoewel vader Alexander niet geloofde dat Nederland betrokken zou raken bij een nieuwe Europese oorlog deed hij niettemin een aanvraag voor Amerikaanse visa, die werd toegekend. De visa lagen klaar op het Amerikaanse consulaat toen op 10 mei 1940 de Duitsers Holland binnenvielen. De meisjes werden verplicht naar een Joodse school te gaan. Dolly Hertz zat in het cursusjaar 1941-1942 in de vierde klas van het Gymnasium van het Joods Lyceum in Den Haag.
Het huis van het gezin werd onteigend. Christelijke vrienden drongen aan op de onderduik. De oudste dochter Hella ontving een oproep voor gedwongen arbeid in Duitsland. Vader Alexander en Hella vertrokken naar Haarlem, moeder Johanna vertrok naar Den Haag. Dolly dook onder op een boerderij in Almen in Overijsel, waar ook zes andere Joodse onderduikers waren ondergebracht.
Zuster Polly werd op een ander adres ondergebracht. Dolly werd verraden en werd naar kamp Westerbork gestuurd. Van daaruit werd ze gedeporteerd naar Auschwitz waar ze op 2 november 1942 werd vermoord. De andere familieleden overleefden de oorlog.
Bron: WesterborkPortretten