Op 22 april 2018 werden voor Saartje, Gersom en Heiman struikelstenen gelegd voor hun woonhuis in Deventer, Hoge Hondstraat 85. Het verhaal van Wieske Veldhuis: Wij staan hier voor het huis waar het gezin Gosschalk woonde: Gersom, Saartje en hun 6 jarig zoontje Heiman. Gersom Gosschalk en Saartje Slager zijn hier na hun trouwen in 1933 komen wonen. Gersom is in 1899 in de Grote Overstraat 20 hier in Deventer geboren. Zijn vader, Heiman Gosschalk, had samen met zijn broers een exportslachterij in de Noordenbergstraat. Gersom was koopman. Van 1920 tot 1923 woonde Gersom in Leeuwarden waar hij heeft gewerkt als ambtenaar in het Rijksopvoedingsgesticht. Na drie jaar gaat hij weer terug naar Deventer.
In 1933 trouwen Gersom en Saartje in Steenwijk. Saartje is in 1894 in Steenwijk geboren. Zij werd in 1915, na het behalen van de RHBS in Steenwijk onderwijzeres op de openbare Lagere school in Wijhe. In Wijhe woont ze kort in bij familie van Gersom. Daar heeft ze Gersom waarschijnlijk leren kennen. In Wijhe heeft Saartje tot in 1933 op diverse woonadressen gewoond. Als Gersom en Saartje hier in Deventer wonen bevalt Saartje in 1934 van een doodgeboren kindje. In 1936 wordt hun zoon Heiman David geboren. Heiman is vier jaar als in 1940 de Tweede Wereldoorlog begint. In augustus 1942 moet Gersom naar een rijkswerkkamp in Vledder. Saartje en de 6 jarige Heiman zijn toen gaan wonen in het huis van haar ouders in Steenwijk. Gersom is ontsnapt uit Vledder en ze vinden een onderduikadres. Echter ze zijn daar opgepakt en op 30 april 1943 in de strafbarak van Westerbork terecht gekomen. Een week later worden Gersom, Saartje en Heiman op transport gesteld naar Sobibor waar ze na aankomst op 7 mei 1943 werden vergast. In een brief aan Saartje wil ik het volgende zeggen:
Lieve Saartje, in 2014 wist ik nog niets van jou en je man Gersom en jullie kind Heiman. Maar op zoek naar sporen die er nog wonderbaarlijk veel zijn ben je voor me gaan leven. Hoe je opgroeide in Steenwijk en naar school ging. En hoe je vele jaren in Wijhe als onderwijzeres ging werken. Je ouders en vele familieleden zijn begraven op de joodse begraafplaats in Steenwijk. In Wijhe heb ik in 2015 Jo van der Waa-Kok een leerlinge van jou gesproken. Ze was inmiddels 93 jaar en ze riep uit: “Saartje was een schat van een mens!” Vlak daarna overleed Jo van der Waa-Kok. Zij is de enige die ik heb gesproken en horen vertellen over jou. In de archieven is te lezen hoe zorgvuldig alles werd genoteerd. Dat je naar Wolvega solliciteerde, dat je brieven ontving op school en dat dat niet mocht. Je hebt zorg gedragen voor vele kinderen die bij jou in de klas kwamen, jaren lang. Je trouwt met Gersom in de synagoge van Steenwijk, in de straat waar ik door fiets op weg voor mijn boodschappen. Je verhuist naar Deventer. Wat een verdriet zullen jullie hebben gehad na een doodgeboren kindje in 1934. En wat zullen jullie blij zijn geweest met Heiman geboren in 1936. Rust in de tent zei ik dan in mijn leven. Maar bij jullie kwam geen rust. Gersom moet naar een rijkswerkkamp. Op een brief staat: Rijksdienst voor werkverruiming. Wat een leugens in taal en organisatie! Wat een angst hebben jullie gehad. Jij met Heiman vluchten naar Steenwijk. Gersom lukt het om te vluchten uit Vledder en jullie gaan onderduiken……maar vergeefs. In de Steenwijkse archieven staat zorgvuldig dat jullie zijn vermist en vervolgens de berichten van overlijden lange tijd daarna. In Sobibor! Wie kan dat bedenken? Wat een eind weg! Wat is er onzorgvuldig met jullie omgegaan en nog vele jaren daarna. Op 22 april zullen we voor jullie een struikelsteen leggen voor het huis waar jullie woonden. Wij hopen zo jullie niet te vergeten. In Steenwijk niet, in Wijhe niet en in Deventer niet. Bovenal hoop ik dat we oplettendheid, zorgvuldigheid zullen leren en doen en blijven leren en de moed hebben om waar kan een bijdrage te leveren aan een samenleving waarin mensen menswaardig kunnen leven. Dat taal, organisaties en welke regeling dan ook hierop afgestemd blijven worden. Lieve Saartje, ook heb ik ontdekt hoeveel familieleden van jou mede zijn vermoord in Auschwitz en Sobibor en andere plaatsen. Je familieleden woonden in het hele land. Van Groningen tot in Oss, velen ook in Amsterdam. Amsterdam waar ik jaren heb gewoond en niet wist dat zoveel familieleden van jou daar zijn verdreven en vermoord. Verbijsterend. Vorige maand bezocht ik in Hengelo Anita Brouwers-Slager. Zij is ook geboren in de Slager-familiestamboom van jou. Zij werd net als jij onderwijzeres. Ze merkte op als kinderen in haar klas niet goed in hun vel zaten en begon met extra begeleiding. Eerst op school en daarna in een eigen praktijk. Ze is gesprekspartner voor ouders. Wat mooi om te zien hoe zij oplettend, hoopvol en creatief met kinderen en ouders is in haar leven en werk. Ook van haar heb ik gehoord wat een enorme gevolgen de oorlog heeft gehad voor de overlevende familieleden. Mirjam Kan, kleinkind van een nicht van jou is haar hele leven er mee bezig geweest. Mirjam schreef gedichten en in het gedicht splintergeneraties, geschreven in 1995 verwoordt ze het zo:
Vóór de oorlog
waren herinneringen
een rustig gedronken
glas cognac
vol
weemoed
warmte en pijn.
In de oorlog
verbrijzelde
het heden
herinnering
in
ontelbare scherven.
Splintergeneraties
vergiftigde cognac
met scherven,
Onderhuids cocktail,
schijnbaar kalmerend,
doch gevaarlijk
vlak
aan de oppervlakte.
Saartje Heiman en Gersom, wij staan vandaag hier voor jullie huis in de Hoge Hondstraat. Wij gedenken jullie met liefde. Dat jullie zielen gebundeld moge zijn in de bundel van het eeuwige leven.