Henriette Sophie en Belia Jeannette van Rhijn zijn als tweeling geboren op 22 november 1937, aan de Brinkstraat 21 in Assen. Moeder heette Sera Jeannetta van Gich. Hun vader, Meijer Emanuel van Rhijn, had een bakkerij in hetzelfde pand. Ze hadden één oudere zus, Helena Ida en twee oudere stiefzusters Eva Rika en Rika Henriette. Henriette en Belia waren nog te jong om naar school te gaan, maar de oudere kinderen uit het gezin hadden te maken met de maatregel dat Joodse kinderen geen openbare scholen mochten bezoeken vanaf 1941. Zij moesten naar speciale Joodse scholen.
Tussen 3 en 5 oktober 1943 werden veel Joodse gezinnen opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Alles wat ze mee mochten nemen was een koffer met wat kleding. Ook de familie van Rhijn werd opgepakt. Belia en Henriette mochten helemaal geen speelgoed of boeken meenemen en werden samen met vader, moeder en zussen in een vrachtwagen gezet en weggebracht. Als 5 jarige heb je natuurlijk geen idee wat er gebeurt als je opeens uit je huis gaat en in een vrachtwagen gezet wordt. De familie van Rhijn kwam aan in kamp Westerbork en moest als eerst naar de administratie om zich te laten registreren. Daarna kregen zij barak 55 aangewezen om in te slapen. Later verhuisden ze naar barak 40.
Na ongeveer vier maanden in kamp Westerbork werden ze op dinsdag 16 februari 1943 op transport gezet naar Auschwitz. Na een reis van 3 dagen in een volle en stinkende wagon kwamen ze daar aan. Henriette en Belia van Rhijn zijn op 19 februari 1943 vermoord in Auschwitz. Ze zijn 5 jaar oud geworden.
Bron: WesterborkPortretten