Aanvrager is de zoon van can Joodse vader en een. niet-joodse moeder. vraagt
periodieLe uitkering aan alsmede de bijzondere voorzieningen dieetkosten en extra
vakantie(s) voor zover medisch nodig geacht.
Periode voor 190
Aanvrager groeide met nog 2 broers en 1 zus op in een gezin waarvan de vader zic.
aan de Joodse traditie hield en de moeder, hoewel niet Joods, "alles mee deed",
zoals aanvrager het uitdrukt. Vader had oorspronkelijk een slagerij in het
Amsterdamse Betondorp, later woonde men in overwegend Joodse buurten (Pretoriusstraat,
Vrolikstraat). Aanvrager doorliep de lagere school. Hij verteide dat zij
prestaties na enkele goede jaren in de 4e klas.aehteruit gingen door een tegen
hem gerichte anti-semitistische houding, die hij, naar hij nu meent, te veel
over zich been liet gaan. Na de lagere school kwam hij eerst bij zijn vader in
de zaak (grossierderij in radio's en ijskasten).
Periode 1940-1945
Tijdens de oorlog werkte hij als leerling-kapper, in verschillende zaken, het
laatst bij kapper Aussel in de Van Swindenstraat in Amsterdam. Hij woonde nogr
als enige van de kinderen, bij zijn ouders, op het adres Middenweg 53 b" te
Amsterdam. Hij had can persoonsbewijs met het woord bastaard er op, wat echter
door de ondergrondse is weggeretoucheerd. In het voorjaar van 1943 is aanvrager,
die nooit de ster heeft gedragen, op straat opgepakt, in de buurt van het
Muiderpoortstation, niet ver van de Van Swindenstraat. Hij zegt via ;iesterbork
waar hij heel kort verbleef, naar Kassel vervoerd te zin. Ook in de buurt van
Kassel verbleef men kort. Aanvrager herinnert zich dat Kassel g-ebombardeerd werd
hierna heeft hij can maand of 6 a 7 geestelijk en lichamelijk zwaar work moeten
doen in een kamp bij de Edertalsperre. Daze stuwdam was doorgebroken waarbij een
dal onder water was gelopen. Aanvrager moest lijken ruimen en hij moest madder
scheppen'in buizen. In dit kamp waren nogal wat 1-den die zich ophingen. Aanvrager
heeft grote angsten uitgestaan dat hem can nog erger lot te wachten stand
als zou uitkomen dat hij via zijn vader van Joodse afkomst was. Like keer bij
het appel had hij veal angst. Hij was oak bang op een keer door iemand herkend
te warden. Bovendien kon hij zich voorstellen dat zijn achternaam kon leiden tot
de onthulling van zijn (deals) Joodse identirbeit.
Hij nam aan dat hij ook ale kind van 44n Joodse en 44n niet-Joodse ouder, in Duitsland we gevaar liep om hierom vervolgd te worden. Naast Nederlanders en Polen waren er ook Fransen en Belgen in het kamp. Aanvrager herinnert. zich slechts 44n naam, die van de heer Zwemmer uit Zandvoort. In het kamlp- heeft hij ook, als enige Nederlander in een elektriciteitscentrale onder de grond gewerkt. Hij wist op een avond in 1944 na het appel te ontvluchten tijdens een bombardement, toen iedereen naar de schuilkelders was. Hij kroop onder het prikkeldraad door en wist lopend en met gOederentreinen naar Nederland te komen. Bij Gronau kwam hij de grens over, hij verbleef in Enschede in een "volkslogement" van een Chinees, kwam naar het westen van het land en wist in Bussum onder te duiken bij de familie Van Gastele, die ook een broer, zwager en schoonzuster van aanvrager had laten onderduiken. Deze zouden echter verraden zijn met medewerking van een zekere Bier, die bij de politie was. Van Gastele zelf is na de oorlog ook gestraft wegens laakbaar gedrag in de oorlog. De heer Van Sijes heeft toen in Bussum een woninkje in de Transvaalstraat, boven een schoenmaker, gehuurd, Hij verbleef hier tot de bevrijding en kwam weinig buiten. Periode na 1945 Na de oorlog bezocht aanvrager de kappersvakschool, die hij niet afmaakte. Hij werkte ale kanper in de Van Swindenstraat en bij Van Veen in de Ferdinand Bolstraat. In 1969 werd hij ziek. Dokter Oei, vervanger van huisarts Van den Berg, konstateerde suikerziekte. Aanvrager Meek ook overspannen. Laatstgenoemde huisarts heeft hem aangeraden ander werk te gaan doen. Van 1970 tot 1973 werkte de heer Van Sijes als receptionist bij dagblad De Telegraaf in Amsterdam. Op 12 ju1i11973 knapte hij geheel af. Hij raakte bewusteloos en werd naar het Juliana Ziekenhuis vervoerd. De oorzaak bleek niet in de suikerzlekte te liggen. Pas toen heeft hij met huisarts Visser voor het eerst gesproken over de nachtmerries en angsten waaraan hij leed. Hierna bezocht aanvrager tot december 1975 de Jelgersma-kliniek te Oegstgeest, aanvankelijk eens per 2 weken, later 44n keer in de 3 weken h 1 maand. De heer Van Sijes is arbeidsongeschikt verklaard.
Geboren 4 mei 1923 te Amsterdam :
Vader Nederlandse Sinas 23 juli 1547 gehuwd met Catharina C.M. VELD, geb.: 9 januari 1920 te Hees (hijmegen) (Leerling)-kapper Receptionist-portier Geen (W.A.0.) : Blomwijckerpad 67' te Amsterdam Mozes van Sijes, geb.: 7 juli 1883 te Amsterdam overleden april 1958 : Johanna Margaretha van Neerum, geb.: 3 augustus 1888 te Rotterdam, overieden tijdens het laat.st deel van de oorlog 1940-1945. N a a m G
Medische situatie Vanaf de oorlog lijdt aanvrager aan spanningen en angsten die hij aanduidt met het begrip oorlogssyndroom. Hij is vaak prikkelbaar en is dan naar zijn zeggen zeer onredelijk. Hij wordt ook gekweld door nachtmerriep. Enkele jaren heeft hij de Jelgersma-kliniek bezocht, maar uiteindelijke genezing kan dit niet brengen. Vervolgens lijdt hij aan suikerziekte (gekonstateerd in 1969). Bron van inkoms ten W.A.O. Indruk / Sociale situatie Be heer Van Sijes maakt een gespannen indruk. Hij bewoont met zijn vrouw een eenvoudige nieuwbouwwoning. Hij kan niet goed thuis zijn en wandelt daarom veel met de hond, of zit te vissen. Hij ziet er daarom meestal gezond, althans gebruind uit, en trekt het zich erg aan ale mensen daar wel eens afgunstig op reageren, alsof hij maar een makkelijk leventje zou hebben. Hij leeft op ale Lhij hij zich in de natuur kan terugtrekken, hetgeen voor zover financieel mogelijk zo vaak doet ale kan.
Advies Rapporteur heeft de indruk dat het opgepakt en weggevoerd zijn bij aanvrager niet op grond van ras, geloof of wereldbeschouwing plaatsvond. Wel heeft hij vanwege zijn Joodse afkomst (via de vader) extra angsten uitgestaan. Bovendien heeft hij de anti-Joodse maatregelen in Amsterdam van nabij meebeleefd. De famine van zijn vaders kant is .-op zijn vader zelf na- volledig uitgeroeide floogstens zou de raad in het feit dat aanvrager zijn identiteit en±gszins gewijzigd had'(verwijdering van het woord bastaard uit het persooAtbewijs) en in het f.eit dat de kan p vervolging in Duitsland bij het aan het licht komen van zijn werkelijke identiteit daar reel genoemd kan worden, aanleiding kunnen zijn am te overwegen hier de anti-hardheidsbepaling toe te passen.
Amsterdam, 23 juli 1976. ran der Rest, rapporteur, Stichting 1940-1945.