Jozua Levie Philipse is, als één van de zes kinderen, geboren uit het huwelijk van Simon Philipse, winkelknecht en later pakhuisknecht, en van Cornelia Philipse-Velleman. Zijn broer Jacob Simon wordt nog geen half jaar oud, de overige kinderen worden in 1943 in Sobibor omgebracht.
In veel krantenartikelen en officiële documenten wordt hij afwisselend Jozua Levie en Josua Levie (‘Jos. L.’) genoemd. In zijn geboorteakte wordt zijn naam met een ‘z’ gespeld.
Jozua Levie groeit op in zijn geboortestad Rotterdam. In de maand dat hij acht jaar wordt (1909), verhuist het gezin naar Amsterdam. Hier is zijn vader reiziger en koopman in galanterieën. Galanterieën is een verzamelnaam voor, zoals dat toen werd omschreven, voorwerpen van weelde, sierlijke snuisterijen en van artikelen van mode en smaak,.
In 1918 wordt Jozua Levie genoemd in het Nieuw Israëlitisch Weekblad; hij is geslaagd voor het Mercurius-examen Duitse taal en Duitse Handelscorrespondentie. Hij weet een baan te bemachtigen als kantoorbediende. In het voorjaar van 1921, hij is dan negentien jaar oud, wordt hij secretaris van de pas opgerichte korfbal- en atletiekvereniging ,,O.Z.O.S.” (‘Overwinnen Zij Ons Streven’). De religieus-neutrale vereniging wordt zover bekend in 1922 opgeheven.
In 1922 verlooft Jozua Levie zich, het is onbekend gebleven met wie. Vrijwel zeker niet met Alida Anna van Dantzig, omdat Jozua Levie en Alida Anna zich zes jaar later verloven.
Jozua Levie is 24 jaar oud als hij het ouderlijk huis verlaat en Amsterdam verruilt voor Apeldoorn. Hij huurt vanaf de zomer van 1926 een woonruimte in de Asselsestraat, op nummer 154 en hij vindt werk als kantoorbediende bij het Apeldoornsche Bosch. Vanaf 1928 wordt zijn functie volgens zijn personeelsdossier, kassier. Hij raakt betrokken bij de personeelsvereniging ‘Nieuw Leven’ en treedt op als een van de juryleden tijdens een atletiekwedstrijd tussen de medewerkers van de instelling. Als de personeelsvereniging het vijfjarig jubileum viert, is Jozua Levie het hoofd van de feestcommissie. Hij wordt tijdens het feest uitvoerig bedankt voor zijn inzet voor de vereniging.
Later verhuist Jozua naar Zwolseweg 26 (nu: Koninginnelaan), hij neemt zijn intrek in het pension van Perlina van Praag-Eckstein (1897-1943).
Alida Anna van Dantzig is de dochter uit het huwelijk van Marcus van Dantzig, van beroep koopman in goud, en van Helena van Dantzig-Trijbits. Alida Anna heeft een, Julius Isidoor. Zowel de ouders als de broer van Alida Anna worden gedurende de oorlog om het leven gebracht.
Alida Anna wordt geboren in Den Haag. In mei 1910, als ze drie jaar oud is, verhuist ze met haar ouders naar Apeldoorn. Het gezin vindt woonruimte in de Dorpsstraat met de aanduiding AA 516/4 (nu: Hoofdstraat 102). Uit de krantenadvertenties die haar vader laat plaatsen, blijkt dat dit woon- en winkelpand is te vinden tegenover de Mariastraat. Rond de zomer van 1916 verhuist het gezin naar Stationsstraat 68 (nu: 132).
In januari 1928 maken Jozua Levie en Alida Anna hun verloving voor het grote publiek bekend, dit doen zij in ieder geval via het Nieuw Israëlitisch Weekblad.
In 1930 verhuist het pension aan de Zwolseweg naar Bas Backerlaan 12 en Jozua Levie verhuist mee. In dezelfde tijd wordt hij in het ‘Centraal Blad voor Israëlieten’ genoemd als de nieuwe secretaris van de ‘Apeldoornsche Joodsche Toneelvereeniging’.
In twee familieberichten waarin zij voor het grote publiek eerst hun ondertrouw en later hun huwelijk bekend maken, noemen Jozua Levie en Alida Anna zich ‘Jo’ en ‘Ida’. Op 5 mei 1931 worden zij in Apeldoorn in de echt verbonden. Jozua Levie is negenentwintig en Alida Anna is vierentwintig. Alida Anna;’s broer Julius Isidoor, en Samson, een broer van Jozua Levie, treden op als getuige bij het huwelijk.
Ook Alida Anna speelt toneel. Mogelijk heeft het echtpaar elkaar bij de toneelvereniging leren kennen. In maart 1932 viert de plaatselijk Joodse gemeente haar veertigjarige jubileum. Dan wordt ook een uitbouw aan de synagoge gerealiseerd. Jozua Levie is secretaris van het comité dat de feestelijkheden organiseert. Twee andere leden zijn Izaak Kats (1877-1942) en Betje de Horst-Poppers (1897-1942).
Om stil te staan bij het jubileum wordt er een feestavond georganiseerd, onder andere met een revue. De Nieuwe Apeldoornsche Courant doet verslag: Hierna werd een revue ten tooneele gevoerd bestaande uit een proloog en 2 bedrijven. Den samensteller hiervan, de heer Jos. L. Philipse, (uit) alle lof voor de uitnemende wijze waarop hij in deze talrijke tafereelen een beeld gaf van het Israëlitische leven hier ter plaatse en hoe zeer deze lof verdiend was moge blijken uit het feit dat de talrijke aanwezigen van begin tot het einde zich kostelijk amuseerden en herhaaldelijk een warm applaus door de zaal klonk.
Eveneens in 1932 bereidt het echtpaar zich voor op de uitvoering van een komisch toneelstuk dat op 2 januari 1933 opgevoerd zal worden. Maar er valt in de Nieuwe Apeldoornsche Courant te lezen dat Alida Anna kort voor de dag van de opvoering ziek is geworden, haar rol - die van Spaanse danseres - wordt door een ander overgenomen.
Een kleine drie jaar na het huwelijk wordt Simon geboren. Inmiddels is Jozua Levie opgeklommen tot chef van de afdeling financiën en boekhouding van het Apeldoornsche Bosch.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, Stichting Sobibor en Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten). Digitaal Joods Monument, CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork en het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters.
12 november 2021