Louis Karels woont in de Zakstraat op huisnummer 6. Hij verkoopt kruidenierswaren op de markt. Louis leeft gescheiden van de rooms-katholieke Maria van der Venne. Zijn zoon Edmond is waarschijnlijk vanwege dit gemengde huwelijk niet opgepakt. Hij verblijft bij zijn moeder en overleeft de oorlog. Louis maakt deel van de arrestatie van de eerste grote groep van joodse mannen in Limburg, en komt op 25 augustus 1942 via Westerbork in Auschwitz terecht. Daar wordt hij op 31 augustus 1942 vermoord. Het weinige dat bekend is over het gezin Karels, komt van de nicht van Max, Carla Pirnay-Karels. Haar ouders vluchten met de 18 maanden oude baby Carla naar Zuid-Frankrijk, en vervolgens naar Zwitserland. Na 1945 keert het gezin Karels terug naar België. Carla is dan zes jaar oud.
Addition