Een aangrijpende brief van vader Salomon Mauritz Moerel die in februari 1943 op zoek is naar zijn dochter. Carla werd op 22 januari 1943 met de patiënten van het Apeldoornsch Bosch op transport gesteld en in Auschwitz vermoord.
Tilburg 11/ II '43
Aan het Bestuur vd Vereniging van Centraal Israël. Krankzinnigengestichten in Nederland
Amstel 344
Amsterdam O.
M.M.H.H.
Morgen is het 3 weken geleden dat mijne dochter Carla J.E. Moerel op transport gesteld is uit Apeldoorn volgens uwe berichten een paar dagen na dit datum "naar onbepaalde bestemming".
Sedert hebben wij van uw Bestuur niets meer gehoord. Ook ikzelf heb bij herhaalde pogingen niet achter haar adres kunnen komen. Maar ik meen, dat Uwe plicht op alle mogelijke manieren moeite daarvoor te doen en in elk geval, desnoods wekelijks de wanhopig angstige familie op de hoogte te houden van Uw nasporingen, te meer daar de Directeur-Geneesheer, op wie de verantwoordelijkheid rustte, daarvoor helaas niet in staat zal zijn.
Ik verwacht dus van u per omgaand bericht in hoeverre Uw nasporingen het gewenste resultaat hebben bereikt opdat wij weten waar onze patiënten zich bevinden en of wij op een of andere manier met het in contact kunnen komen.
Hoogachtend,
Dr. Moerel