Theo Mayer werd in de nacht van 25 op 26 augustus 1942 thuis gearresteerd. Hij werd echter direct weer vrijgelaten. Een maand later kreeg hij een oproep om naar een werkkamp in Ochten in de Betuwe te vertrekken. Hij besloot hier gehoor aan te geven in de hoop niet naar Polen te worden gedeporteerd. Na een verblijf van acht dagen in Ochten werd het kamp ontruimd en de gevangenen naar Westerbork overgebracht. Theo is vanuit dit doorgangskamp op 16 oktober naar Auschwitz gedeporteerd. Een paar maanden later ontving familie van Theo in Arcen nog een kaartje van hem uit Birkenau, zijn laatste levensteken.
Paul Alexander, De geschiedenis van mijn nieuwsgierigheid: Wat ik niet wist van mijn Joodse familie (Breda 2010) 30-31.
Addition