In het boek Op de foto in oorlogstijd. Studio Wolff, 1943 van Tamara Becker en An Huitzing (Lecturis, 2017) is een foto en verhaal opgenomen over de zusjes Johanna en Hella Brechner.
Op de foto in oorlogstijd gaat over een deel van het oeuvre van Annemie Wolff (1916-1994): de teruggevonden honderd fotorolletjes uit 1943 met portretten van 440 mensen.
Over Johanna en Hella Brechner (p.46, 45):
Hadden Gerrit en Rachel Kleerekoper op 20 februari 1943 een werkneemster meegenomen naar Annemie? In ieder geval stond er nog een kapster bij Annemie voor de deur: Johanna Brechner. Annemie fotografeerde de achttienjarige Johanna alleen en met haar elfjarige zusje Hella. Mogelijk was de foto van hen beiden een cadeau voor het 21-jarig huwelijk van hun ouders, een week later. Johanna en Hella woonden bij hun ouders op het Daniel Willinkplein, tegenover de Wolkenkrabber. Hun vader was Herszel Brechner, een kleermaker uit Zuid-Polen. In zijn familie waren mannen kleermaker, kapper of boekbinder. Herszel was via Hannover naar Den Haag gekomen in 1920. Daar was hij getrouwd met Sophia de Wind, die uit een Haagse Joodse familie kwam. In de loop van de jaren twintig en dertig waren Herszels drie broers en zijn ouders via Duitsland naar Nederland gekomen. Zijn ouders en twee van zijn broers reisden al snel door naar de Verenigde Staten.[i] Herszel en zijn broer Chaim vestigden zich in Amsterdam. Chaim was al in Polen getrouwd en zijn kinderen waren in Hannover geboren. Herszels dochter Johanna werd in Den Haag geboren, haar zusje Hella in Amsterdam.
Alle leden van de familie Brechner die in Nederland gebleven waren, werden vermoord. Johanna, Hella en hun ouders moeten tussen 20 februari en half mei 1943 zijn opgehaald of zichzelf gemeld hebben na een oproep. Op 18 mei 1943 werden ze in alle vroegte vanuit Westerbork met 2507 anderen op transport naar Sobibor gezet; drie dagen later werden ze vergast. Chaim en zijn familie kwamen drie weken later om.
[i] De nog levende Brechners zijn nazaten van degenen die voor 1940 vertrokken zijn; zij hebben de mensen die Annemie fotografeerde nooit gezien – ook niet op foto’s – en kunnen hen niet herkennen.