In het boek Op de foto in oorlogstijd. Studio Wolff, 1943 van Tamara Becker en An Huitzing (Lecturis, 2017) zijn foto's en een portret van Sigismund Mokrauer opgenomen en wordt het verhaal van hem en de familie verteld.
Op de foto in oorlogstijd gaat over een deel van het oeuvre van Annemie Wolff (1916-1994): de teruggevonden honderd fotorolletjes uit 1943 met portretten van 440 mensen.
Over Sigismund Mokrauer (p. 300):
22 Juli 1943 was een opnieuw zonnige dag. Sigismund Mokrauer betaalde Annemie vijf gulden voor enkele foto’s die hij ter herinnering aan zijn ouders of misschien aan een vriendinnetje wilde geven. Hij droeg een donker pak met een pochet boven de Jodenster op zijn linkerborst. Hij keek somber en zag er ouder uit dan zijn negentien jaar. Sigismund bevond zich in een precaire situatie, maar hij liet geen pasfoto maken en had blijkbaar geen plannen om onder te duiken.
In 1939 was Sigismund met zijn ouders Paul en Martha Mokrauer uit Frankfurt gevlucht. Paul was metaalfabrikant. Pauls broer Erich was naar Frankrijk gevlucht. Hun zus Rosalia werkte al in Amsterdam als verpleegster, hun moeder Bertha was bij haar ingetrokken. In 1943 woonde Sigismund met zijn ouders, tante en oma op de hoek van de Stadionweg met de Beethovenstraat, wat een decennium lang dé Duits-Joodse straat van Amsterdam was geweest. Sigismund, zijn moeder en zijn tante waren bij de grote razzia van 20 juni opgepakt. Sigismund en zijn moeder werden op 5 juli weer ontslagen uit Westerbork: bij razzia’s werden soms mensen opgepakt die nog geldige Sperren of lopende procedures hadden en die als ze geluk hadden het kamp konden verlaten. Daarna was het zaak zo snel mogelijk onder te duiken. Dat deden de Mokrauers niet. Op het moment dat Sigismund bij Annemie zat, was zijn tante Rosalia onderweg naar Sobibor, waar ze een dag later werd vermoord. Bij de laatste grote actie om Amsterdam ‘Judenrein’ te maken op 29 september 1943, zouden Paul, Martha en Sigismund worden opgepakt, om vier maanden later te worden doorgestuurd naar Bergen-Belsen. Ook de Mokrauers werden in de trein gezet die na twee weken bij Tröbitz bevrijd zou worden. Toen was Martha echter al bezweken en in Hagenow haastig begraven. Paul en Sigismund haalden de bevrijding. In juli 1945 kwamen ze in Brussel. Sigismund overleed op 27 juli 1945, vlak na zijn éénentwintigste verjaardag, als gevolg van alle ontberingen, twee jaar nadat Annemie hem op de foto gezet had. Zijn vader Paul ging alleen terug naar Amsterdam.