Betje Kropveld was een van die ongetrouwde vrouwen, die voor de oorlog in de schaduw leefden. Ze heeft tientallen jaren bij haar oudere zuster Alida gewoond. In het gezin van Alida en Lehman Kropveld was ze voor de vier zoons een tweede moeder. Alle vier, Victor, David, Sam en Joop waren dol op tante Betsie. Toch is er maar een foto van haar, in een strandstoel op het strand van Zandvoort met Victor, die voor haar op het strand zit. Lehman huurde elk jaar een maand kamers in Zandvoort en natuurlijk ging Betsy mee. Betsie was dol op haar zwager en neef Lehman Kropveld. Alida was n.l met haar neef Lehman getrouwd. Lehman was dus zwager en neef van Betsie.
Toen de vier zoons ouder werden en Victor en David al getrouwd waren, ontstonden er problemen tussen Alida en Betsie. Betsie ging toen op zichzelf wonen in een bescheiden woning in de Uilenburgerstraat. Ze heeft de oorlog niet overleefd. Alida wel. Die dook onder met David en zijn vrouw Annie Plas in de Spaarndammerbuurt.
Op Joods monument staat, dat Betsie "koopvrouw" was. Ze hielp haar zuster in de kruidenierswinkel, die Alida enkele jaren heeft gehad in de Afrikanerbuurt. Een echte vakopleiding had ze niet. Natuurlijk was Betsie er bij toen haar vier neven trouwden tussen 1936 en 1941 maar ze is niet terug te vinden op de foto's. Ongetrouwde vrouwen deden dan letterlijk een stapje terug.