Beste Dora,
Jammer genoeg kan ikzelf niet bij je komen, maar moet ik het dan maar schriftelijk doen. Ik feliciteer je van harte hoor, met de geboorte van je zoon. Ik hoop dat je veel plezier van hem beleven zult. Van Jan hoorde ik al dat het een flinke jongen is. Prettig dat alles zoo goed gegaan is. Ik stuur je hierbij een dekentje voor de wagen. Die is vroeger van Ina geweest, maar daar er toch niets behoorlijks te koop is, denk ik dat je hier meer plezier van hebben zult als van iets nieuws. Ik ben erg nieuwsgierig om je zoon te bewonderen. Als je met hem op straat mag kom je natuurlijk even bij me aan. Ik had je al eerder willen schrijven, maar Ina heeft de mazelen. Gelukkig is ze nu al weer aan de betere hand. Zodoende had ik een erg drukke week, ook al omdat we deze week menschen in huis gekregen hebben. Verder het beste gewenst, Dora, met jou en de kleine Jan, ook namens mijn man, met hartelijke groeten, Mevr. ter Berg
Theodora Evadina Bouwman-Engelberts bewaarde deze brief gedurende haar hele leven in een handtasje. Na haar dood vond haar dochter de brief. Dochtertje Ina werd op enig moment in huis genomen door Dora Bouwman, maar nadat bij de bakker iemand zei: 'dat is een Joods kind', kon ze Ina niet houden.