Moeder Roza Teixeira d’Andrade groeide op in Amsterdam samen met een broer en twee zussen. Haar zus Ester, die met David Henriques de Castro trouwde, zou later veel voor Roza’s kinderen betekenen.
Vader Raphael Spinoza Catella Jessurun groeide op in een gezin met zeven kinderen. Zijn jongste zus Judith trouwde met Isaac Palache, de latere opperrabijn van de Portugees-Joodse gemeenschap.
Vader Raphael en moeder Roza trouwden in 1870 in Amsterdam. Na de geboorte van het jongste kind voltrok zich een groot drama. Roza overleed nog geen drie weken na de bevalling. Raphael bleef alleen achter met zes kinderen waarvan de oudste tien was en de jongste nog maar net in de wieg lag.
Anderhalf jaar daarna hertrouwde vader Raphaël met Hanna Teixeira de Mattos. Binnen het jaar kwam er een zevende kind.
Mietje, de vrouw van Jacob, het derde kind in het gezin, schreef bij het overlijden van haar man het volgende deel in een memoriam, wat een kijkje achter de schermen van het gezin geeft:
“ JACOB SPINOSSA CATTELA JESSURUN
Jacob Spinossa Cattella Jessurun, die zich gewoonlijk noemde Spinossa Cattela, werd in 1877 te Amsterdam geboren als tweede zoon van Raphael Spinossa Catella J., commissionair in effecten van Rosa Teixeira d'Andrade. Op zijn 5de jaar verloor hij zijn moeder, wat een grote indruk op hem moet hebben gemaakt. Hij voelde het als onrecht, dat hij, in tegenstelling met zijn vriendjes, de moederliefde moest missen, waaraan hij zo een behoefte had. Daarbij kwam dat zijn vader veel met ziekte te kampen had. Later sprak Jacob dan ook dikwijls over zijn droeve jeugd, waarvan het enige zonnestraaltje was de genegenheid van de zuster zijner moeder, zijn tante Castro, voor wie hij zijn leven lang een grote verering koesterde. Daar hij op de lagere school steeds de beste leerling van de klas was, meende zijn oom, opperrabbijn Palache, dat Jacob naar het gymnasium moest.
Aldus geschiedde.
M. Spinossa Cattela-Vorst. “