Johanna Springer was tot haar pensioen in 1937 werkzaam als juf op de in 1852 opgerichte Fröbelschool in de Rapenburgerstraat 52. In deze voornamelijk joodse wijk was hieraan grote behoefte. De school wordt van oudsher gezamenlijk gefinancierd door de Joodse gemeente èn de gemeente Amsterdam. Het gebouw heeft centrale verwarming en de klassen hebben vrolijk beschilderde muren, versierd met kinderplaten. Bij de kleintjes staan er planten en vaasjes met bloemen op de bankjes. Alleen de naam is nog ouderwets: ‘Bewaarschool voor Nederlands Israëlitisch Minvermogenden’, in de volksmond ‘de duizend kinderen school genoemd’. ‘Hoewel de school in werkelijkheid nimmer duizend kinderen heeft geherbergd, hoeft het geen verwondering te wekken, dat de volksmond haar die naam gaf. Vooral ’s-Morgens bij het ingaan en in de namiddag bij het uitgaan der school wemelden Rapenburgerstraat en omgeving van grut, mèt of zonder moeders. Zij versperden het verkeer, zodat lijn 7 zeer langzaam en luid tingelend zijn weg vervolgen kon.’[1]
Tegenwoordig heet het de Fröbel- of “Voorbereidende” school. De school wordt ook al lang niet meer alleen bezocht door de minvermogenden, maar ook door beter gesitueerden. Het schoolgeld wordt –zoals de stichters bepaalden- nooit verhoogd. De financieel beter gestelde ouders, die meer dan 10 cent willen betalen, kunnen dit bij wijze van gift doen. Eind 1929 wordt de schoolnaam veranderd in ‘Eerste Joodse kleuterschool’.
[1] scholen - Bewaarschool voor Nederlands Israëlitische Minvermoogenden - joodsamsterdam, Herinneringen aan deze school