Op Roodenburgerstraat 1 in Leiden staat het voormalig Joods Weeshuis, Machseh Lajesoumim. Een plek met een tragische geschiedenis, maar ook een plek waar veel kinderen, ondanks de omstandigheden, een fijne jeugd hebben gehad. Een plek waar plezier gemaakt mocht worden, waar je een beetje zakgeld kreeg om zelf te besteden, waar je lid mocht zijn van een jeugdclub, je de mooie aspecten van je geloof leerde beleven, en het voor veel kinderen voelde als één grote familie.
In de oorlog begon het joods zijn, dat de meeste kinderen tot dan toe als iets vreugdevols hadden ervaren, langzamerhand sombere en verdrietige kanten te krijgen. De verhalen, de wijsheid, de gewoonten en de feesten die het leven in het weeshuis ritme, structuur en zin hadden gegeven, waren nu opeens reden voor de buitenwereld om allerlei beperkingen op te leggen. Het leek wel of joden niet mochten bestaan. Op 17 maart 1943 is het Weeshuis door de Leidse politie op last van de bezetter ontruimd. De hele geschiedenis versmalde zich tot dat ene, fatale moment. Dat ene fatale moment, dat voortaan het perspectief zou zijn waar vanuit al het voorgaande en al het komende zou worden bekeken.