In de oorlogsjaren woonde Esther van den Berg in de Bronckhorststraat 44 hs. Zij was de inwonende huishoudster van Lea Felleman, die dertien jaar jonger was en als beroep 'kamerverhuurster' opgaf.
Een van de zussen van Lea Felleman, Debora, was de moeder van mijn tante Axel (geboren in 1923). Axel is dus een nicht van Lea. Zij herinnert zich Lea als "tante Lena", en Esther herinnert zij zich ook goed.
Esther en Lea wisten niet of en hoe ze moesten onderduiken, en legden zich neer bij wat komen zou. Zij hadden thuis op de Bronckhorststraat ieder een gepakte koffer klaarstaan. Axel: "Moeder ging elke dag kijken of ze er nog waren. En op een dag waren ze weg."
Esther en Lea waren 73 en 59 jaar oud toen ze zijn opgepakt. Op 2 april werden zij geregistreerd in Kamp Westerbork; ze kregen barak 73 toebedeeld. Beiden zijn op 13 april met 1.202 anderen op transport gezet naar Sobibor (https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=298&miaet=1&micode=804&minr=1030091&miview=inv2). Daar zijn ze direct na aankomst, op 16 april, vergast. Niemand van dat transport heeft Sobibor overleefd.