Op 6 augustus controleert een douanebeambte van de grenspost Baisieux enkele personen op de trein Brussel- Rijssel (Lille) die hem door hun nerveuze gedrag verdacht voorkomen. Hij sommeert de vier volwassenen en een kind met hem mee te komen. Het blijkt dat het om een groepje Joodse vluchtelingen uit Rotterdam gaat van wie niemand de Jodenster draagt.
Een van hen is Estera Frank-Ickowicz die met haar man Hartog Frank en Louis, hun zoontje van zeven jaar, de onbezette zone van Frankrijk tracht te bereiken. Tijdens haar verhoor geeft Estera uiting aan haar doodsangst: "Ik heb Rotterdam verlaten om met mijn man en zevenjarig zoontje om het even waar aan de dood te ontsnappen". Het hoofd van de douanepost van Baisieux laat zich hierdoor niet van zijn stuk brengen, belt het Judenreferat van de Sicherheitspolizei te Brussel en draagt de volwassenen over aan de Feldgendarmerie. Op 15 augustus 1942 gaan ze allemaal op transport vanuit Mechelen naar Auschwitz met Transport III.
https://www.cegesoma.be/docs/media/chtp_beg/chtp_20/005_Meyer_Meinen.pdf
Vertaald en bewerkt door Carla Berkhout Blond