Barend is op 20-12-1939 getrouwd met Marianne Piller. Zij gaan wonen op het Afrikanerplein maar korte tijd later, op 1 mei 1940, verhuizen ze naar de President Brandstraat 52, waar ook Barend's moeder en jongere broer Zadok wonen. Zowel Barend als zijn vrouw worden op 20-06-1943, tijdens een grote razzia, opgepakt en naar Kamp Westerbork afgevoerd. Barend's moeder is eerder, op 25-02-1943 opgepakt en op 2-3-1943 op transport gezet naar Sobibor. Zadok is begin mei op transport gezet naar Westerbork. Barend, zijn vrouw, Zadok en ook het gezin van zijn broer Mordechai, zitten allen in het transport van 21-9-1943 richting Auschwitz. Uiteindelijk is Marianne de enige van de familie die weet te overleven. Zij wordt op 15-4-1945 bevrijdt in Bergen-Belsen. Op 20-8-1945 is zij uiteindelijk terug in Amsterdam.
Op 20-4-1929 wordt Barend gekeurd voor de militaire dienst en ongeschikt bevonden vanwege bloedarmoede. Later gaat hij werken als zakkenmaker bij de jutezakkenfabriek van De Swaan-Bonnist aan de Wittenburgergracht 1.