Salomon was de jongste zoon van Jacob Spier en Jetje Levij. Salomon vestigde zich op 1 oktober 1938 in Nijmegen, komende vanuit Bocholt(D) via Amsterdam. Gevlucht uit Bocholt wegens de hatelijke behandeling en mishandeling van de joden door nazistische Duitsers. In Nijmegen vond hij werk als slagersknecht bij de slagerij van W.S. Nas op de Broerdijk. Hij noemde zich Piet, om niet door zijn naam op te vallen als jood.
Toch werd hij door verraad op 5 april 1944 op weg naar de Maartenskliniek, waar hij in de keuken hielp, opgepakt en naar Kamp Westerbork overgebracht. Op 19 mei '44 is hij vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Op 25 januari 1945 werd Auschwitz ontruimd en begon voor hem de dodenmars naar Mauthausen, waar hij op 17 februari 1945 om het leven gebracht is.
Salomon had 5 broers en zussen die allen in concentratiekampen zijn omgekomen. Over het overlijden van de ouders zijn geen andere gegevens bekend dan dat Jetje Spier-Levij in 1941 zou zijn overleden. Zijn vader was al in 1931 overleden.
Voor een beschijving van de lotgevallen van Salomon Spier en de slagerij van zijn vader in Bocholt, zie Salomon Spier en het Fascisme op oorlog in Nijmegen