Henri de Leeuw was het 7e kind van Schoontje Polak en Abraham de Leeuw.
Op 20 maart 1928 werd Henri voor het eerst gekeurd voor militaire dienst. Op dat moment was hij handelsreiziger in kanten en hij had roodvonk, waardoor hij tijdelijk ongeschikt werd bevonden. Op 4 juli 1928 werd hij voorlopig vrijgesteld in verband met broederdienst. Op 4 april 1929 werd hij voorgoed ongeschikt geacht voor militaire dienst en kon zich dus op andere zaken richten. Op zijn archiefkaart van het stadsarchief Amsterdam is vermeld dat hij handelsreiziger in lederwaren was.
Henri woonde met zijn familie eerst een periode in Amsterdam en vertrok daarna met hen naar Zandvoort. Op 16 april 1937 keerde hij terug naar Amsterdam, waar hij aan de Amstellaan 42 huis woonde. Op 17 april 1939 ging hij wederom naar Zandvoort en woonde daar aan de Parallelweg 27 bij zijn broer Louis en zijn ouders.
Henri keerde op 9 maart 1942 terug naar Amsterdam, waar hij met zijn ouders aan de Niersstraat 22 II hoog woonde; een straat in de Rivierenbuurt. Dit is het laatst bekende woonadres van Henri, want hij heeft de oorlog niet overleefd.
Op zijn kaart uit de cartotheek van de Joodsche Raad is vermeld dat hij op 16 juli 1942 van Kamp Amersfoort via Westerbork is getransporteerd naar Auschwitz. Zijn naam, geboortedatum en “haftlingnummer 48227” staat op een interneringslijst van Auschwitz, die bij zijn dossier in de Arolsen Archieven is gevoegd. Op die lijst is hij als Vertreter (vertegenwoordiger) aangeduid.
De vader van Henri, Abraham, heeft in zijn laatste brief, die hij opstelde vlak voordat hij zelf uit Westerbork naar het oosten zou vertrekken, aan de andere familieleden laten weten dat hij op zijn bestemming naar Henri zou gaan zoeken. Abraham zelf is op 7 mei 1943 in Sobibor omgekomen.
Henri is in Auschwitz omgekomen op 17 augustus 1942. Hij is waarschijnlijk vrijgezel gebleven.
Gebaseerd op de indexen van het Stadsarchief van Amsterdam, gegevens van de website Oorlogslevens.nl en de Arolsen Archives.