David Cohen raakte op 3 maart 1941 zijn bedrijf, dat hij vanaf 1916 had opgebouwd, in één klap kwijt aan de bezetter. Hij was slager en had op 5 december 1916 zijn eerste winkel geopend aan het Westeinde in Den Haag. In 1921 nam hij het slagersbedrijf van A. W. X. Mussert over en doopte zijn slagerij fa. Cohen om tot Mussert & Co. In 1933 runde hij zeven slagerijen in Den Haag onder die naam. De eerste tien jaar had zijn twee jaar jongere broer Hartog intensief meegewerkt in het bedrijf.
David was op 25 juni 1887 geboren in Gorredijk als oudste zoon van een eveneens succesvol slager. Na een onbezorgde jeugd besloot hij zijn geluk te beproeven in de grote stad.
In 1920 trouwde David met Estella Sientje Weiler en op 18 februari 1921 werd hun dochter Rose Henny geboren. Het huwelijk van David en Estella hield geen stand en zij gingen uit elkaar zonder officieel te scheiden.
Na de Duitse inval op 10 mei 1940 heeft David mogelijk gedacht dat hij het wel zou redden, hij had een bloeiend bedrijf en was niet onbemiddeld. Deze gedachte werd echter snel de bodem ingeslagen, want al op 3 maart 1941 werd zijn bedrijf onder beheer gesteld en voortgezet onder de naam Albert Pippirs Schlächtereien.
David moest zijn bedrijf en woning verlaten en zat van de ene op de andere dag zonder werk thuis op een etage in de Van Goghstraat. Hij zocht en vond een huishoudster, Grietje Davidson, en trouwde met haar.
Het duurde echter niet lang of David en zijn jongste broer Marcus werden opgeroepen om medisch gekeurd te worden voor tewerkstelling in een Jodenkamp. Vanaf 24 juli 1942 werden zij ingezet bij graafwerkzaamheden, de aardappeloogst of werk in de aardappelmeelfabriek langs het Oranjekanaal in Hijkersmilde. In de nacht van 2 op 3 oktober, tijdens Jom Kippoer (Grote Verzoendag), werden alle werkkampen ontruimd. Het bleken voorportalen van Westerbork te zijn geweest. De mannen uit werkkamp Oranjekanaal moesten daar lopend naartoe en kwamen tussen 3 en 5 oktober 1942 aan. Grietje werd op 7 oktober in Westerbork geregistreerd.
David en zijn broer Marcus werden op 19 oktober gedeporteerd naar Auschwitz, waar David op 22 oktober 1942 werd omgebracht.