In verschillende brieven van Jetty de Lange-Hes aan haar vader Bension Levie Hes (die in het ziekenhuis ligt), schrijft ze over haar belevenissen tijdens de nachtdiensten op het Apeldoornsche Bosch. In één brief uit 1942 (vermoedelijk in de tweede helft van dat jaar) schrijft Jetty dat ze herstellende is van keelpijn, buikgriep en koorts. Ze ligt hoogstwaarschijnlijk in het ziekenzaaltje van het hoofdgebouw. Ze schrijft haar vader dat ze naast Margot Matteman-de Leeuw ligt. Ze schrijft: 'Toen ik hier pas lag, lag Margot M. de Leeuw naast me. We hebben het gezellig, veel en diep geboomd, en elkaar zodoende een beetje beter leren kennen. Dat was wel fijn. Momenteel lig ik alleen.'
Bron: Stadsarchief Amsterdam