Rond het middaguur van 14 juli 1941 doet een man een melding bij de Apeldoornse politie. Hij geeft aan dat 'de Jood De Vries uit Deventer zicht bevindt in het café Hoofdstraat 33'. Hoewel er geen nadere persoonsgegevens van 'De Vries' worden genoemd, maakt de context vrijwel zeker duidelijk dat het Simon de Vries betreft. Als er korte tijd later een agent ter plaatse komt, dan blijkt dat er 'niemand met een Joodsch uiterlijk in het café wordt aangetroffen'. Later wordt De Vries gezien, waar wordt niet duidelijk. Simon verklaart dat hij door de melder, die ook in verzekeringen handelt, het verzoek had gekregen om hem eens op te bellen zodra hij een keer in Apeldoorn zou zijn, dit had hij gedaan. Hoewel het niet beschreven staat lijkt het er op dat de melder het niet heeft aangedurft om met een Joodse man gezien te worden c.q. een zakelijk gesprek te voeren. Het is niet duidelijk waarom de aangever besloten heeft om contact te zoeken met de politie, mogelijk was hij bang dat De Vries in het café naar hem zou vragen.
Bron: CODA Apeldoorn