Jacob de Vries groeide op in het kleine gezin van Benjamin de Vries en Jetje Slomper. Hij had een vier jaar oudere zus, Esther. Jacob werd geboren op de Oudeschans en zou, met een korte tussenperiode van drie jaar op de Plantage Kerklaan, gedurende zijn leven in die straat aan het water blijven wonen. Vader Benjamin onderhield zijn gezin met zijn werk als handelsreiziger.
Jacob volgde acht jaar lager onderwijs en werd daarna inpakker bij een puddingfabriek. Later trad hij in de voetsporen van zijn vader en werd vertegenwoordiger. Welke producten hij verkocht, is niet bekend. In juli 1939 overleed vader Benjamin. Hij werd begraven op de Joodse begraafplaats in Diemen. Jacob en zijn zus Esther woonden beiden nog thuis. In deze periode ontmoette Jacob zijn toekomstige echtgenote Eva Sjouwerman, dochter van een spiegellijstenmaker. Ze was opgegroeid in de Diamantbuurt en na de lagere school aan de slag gegaan als confectienaaister. Het jonge stel trouwde op woensdag 19 februari 1941, een dag na Jacobs 21ste verjaardag. Eva was op dat moment vijf maanden in verwachting van hun eerste kind.
De droom van een gezinsleven samen werd drie dagen na het huwelijk wreed verstoord. Jacob werd bij de razzia van zaterdag 22 februari 1941 opgepakt. Zijn ouderlijk huis, waar ook Eva inmiddels was ingetrokken, lag binnen het door de gewapende grüne Polizei afgezette gebied. Jacob werd samen met honderden andere Joodse jonge mannen opgejaagd naar het Jonas Daniël Meijerplein, vanwaar hij die middag per open vrachtwagen naar kamp Schoorl werd overgebracht en enkele dagen later naar Buchenwald. Op 22 mei 1941 werden de
340 mannen die het wrede regime in dat kamp hadden overleefd naar Mauthausen gedeporteerd. Daar kwam Jacob op 8 juli 1941 om het leven. Het is de vraag of hij ooit geweten heeft dat zijn echtgenote Eva een paar weken eerder, op 18 juni 1941, een zoontje op de wereld had gezet. Hij kreeg de naam Benjamin Jacob, een vernoeming naar zijn opa én naar zijn vader.
De familie werd snel op de hoogt gebracht van Jacobs overlijden. Tien dagen later, op 18 juli, verscheen een overlijdensadvertentie in Het Joodsche Weekblad geplaatst door Emanuel Koopman, die Jacob ‘zijn beste vriend’ noemt.
