Salomon werd in leek geboren als een zoon van een meubelmaker. Hij volgde echter niet in zijn vaders' voetspoor maar ging in de opkomende textielhandel samen met zijn vader en broer Heiman. Vader Siemon richtte het bedrijf S.H. Aptroot en zonen voor hen op en men handelde in galanterien en manufacturen. Salomon besloot echter naar de bron van de textielhandel te verhuizen en belandde in Enschede waar hij een manufacturenzaak opende en zelf ook kleding en breigoederen vervaardigde. Hij woonde en werkte toen in de Alstätschestraat (later Kalanderstraat genoemd) precies tegenover de plek van het huis waar in 1862 de stadsbrand van 1862 was begonnen. Het pand werd gehuurd van de wed. Stevens-ten Cate die aan de overzijde een winkel in drogisterij artikelen had. In juli 1891 liet hij echter zijn inboedel en werkgereedschap veilen. In 1892 probeerde hij om op de kieslijst van de Gemeenteraad te komen maar dit lukte niet.
Hij verhuisde daarna met zijn gezin naar het naastgelegen, door Enschede geannexeerde Lonneker tot 1895.Tussen 1895 en 1899 nam hij een manufacturenzaak in Grijpskerk over om daarna weer terug te keren naar Enschede. In de omgeving van Enschede zouden zijn dochters uiteindelijk in 1909 en 1910 trouwen.
In 1910 verhuisde hij uiteindelijk naar Amsterdam. Zijn kinderen waren allemaal "onder de pannen".