Markus Rosenberg werd in Oldenzaal geboren als de eerste zoon van de uit Makow (Polen) afkomstige boekbinder Philip Rosenberg en Carolina Steinberg uit Wolbeck (Duitsland). Op een gegeven moment is hij in Enschede terechtgekomen, waar een gelijknamig familielid al woonde, Mijntje Marcus Rosenberg. Vermoedelijk was dit zijn (oud)tante die met de Enschedese veearts Frankenhuis was getrouwd in 1841. Haar vader was Marcus Hartz Rosenberg geweest.
Markus was in oorsprong ook een boekbinder geworden maar begon al snel een koophandel in het luxere segment. De stad ging economisch vooruit en in 1855 was de eerst stoomweverij opgericht. Hij bood seizoensproducten aan zoals citroenen en China'sappelen (sinaasappelen), Spaanse kastanjes, ansjovis, winter- en Schotse haring. Hij trouwde in 1860 met de twaalf jaar oudere Fraaltje Goedhart. Zij overleed echter in 1865 enkele maanden na haar laatste kind en hij trouwde in 1866 opnieuw met Heintjen Heilborn uit Lochem. Hij woonde en werkte vanuit de Achterstraat (nu de Stadsgravenstraat) tot ongeveer 1869. In 1870 was het gezin naar de centraal gelegen Hofstraat verhuisd nabij het stadhuis en de Langestraat met de meest vooraanstaande adressen van de stad. Markus greep elke kans aan om zijn klanten iets bijzonders te bieden. In 1872 bood hij onderdak aan de "kunsttandmeester" L.F. Jurisse die gebitsprotheses vervaardigde.
De zaken gingen goed en hij opende samen met Izaak Stofkooper in 1874 een slagerij erbij in de Achterstraat. Maar daar bleef het niet bij. De opkomst van de fotografie en een stad met arbeiders die goed verdienden noopten hem tot het inrichten van een fotografisch atelier. Hij bezat nog altijd een winkelpand in de Achterstraat en liet dit veilen. Met de opbrengst van ruim f.1200,- ging hij in 1878 opzoek naar een huurpand met ruimte voor een atelier. Hij vond dit aan de Alsteedsche straat (nu Kalanderstraat) temidden van meerdere Joodse ondernemers. Zijn winkel in cosmestibles leverde hem daarnaast ook nog inkomsten op.
Markus leverde vanuit zijn " Atelier de Photographique" zes portretten voor slechts f.1,-. Hij was zeven dagen in de week open zodat ook textielarbeiders op hun vrije zondag een opname konden laten maken. Op een gegeven moment verhuisde hij zijn atelier en winkel naar de Diezerstraat rond 1882. Dit lag in het hart van de later berucht geworden volksbuurt "De Krim". Op zondag bood hij nu zeven portretten aan voor f.1,-. Door de weeks verkocht hij daarnaast zijn groenten en fruit. In 1884 overleed Heintjen en hij trouwde in hetzelfde jaar nog met de jonger Rebekka Odewald uit Appingedam. Er volgde nog een laatste kind, Eli, maar na vier jaar overleed ook Rebekka. Zijn dochter Philippina was toen al 21 en zal zich om het jonge kind hebben kunnen zorgen.
Markus overleed in Aalten waar hij vermoedelijk bij zijn dochter inwoonde.