Hans Joseph (Hans) was enigst kind van Eduard Polk en Bertha van der Rhoer. Hij is in het voorjaar van 1937 in het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis te Amsterdam geboren. Hij overleefde op wonderbaarlijke wijze de oorlog.
De ouders hadden met de buurman afgesproken dat ze de kleine Hans aan hem zouden overdragen bij een naderende razzia. En zo geschiedde het dat de zesjarige jongen over de schutting van de achtertuin werd getild bij de grote razzia van 20 juni 1943. De buurman bracht Hans achterop de fiets naar de Bergstichting in Laren. Dat was een Joods weeshuis. De goede man zat in het verzet en vertelde medeverzetsman Van Peski over zijn buurjongen. Nu waren Van Peski en zijn vrouw kinderloos en wilden graag een pleegkind. Zij gingen naar de Bergstichting en besloten Hans mee te nemen. Die kreeg een nieuwe naam: Hans van der Pol met papieren die dat bevestigden. Nog juist op tijd, want niet lang daarna kwamen de overvalwagens ook langs de Bergstichting met uiteindelijk de dood van 48 weeskinderen tot gevolg. Maar hoe langer Hans bij de Van Peski’s bleef, hoe meer hij zijn ouders miste. Het ging niet meer waarop Hans naar een kindertehuis werd gebracht, een behandelcentrum voor kinderen met soortgelijke problemen. Na de bevrijding kwam Hans weer terug bij zijn pleegouders. Ze kregen bericht dat zijn ouders niet terug zouden keren. Hans besloot daarop bij de Van Peski’s te blijven. Na een tijdje beschouwde Hans ze als zijn ouders en noemde ze vader en moeder.