Jacob kwam volgens zijn kaart van de Joodse Raad tussen 3 en 5 oktober aan in kamp Westerbork. Op 2 november 1942 werd hij vervolgens op transport gesteld.
Dit transport had als einddoel Auschwitz, maar in Cosel moesten 260 mannen het transport verlaten. Isaak behoorde zeer waarschijnlijk tot 1 van hen.
In het Arolsen Archief zit een kaart van concentratiekamp Flossenbürg over Jacob. Daarop staat dat hij op 6 februari 1945 als gevangenenummer 47275 werd geregistreerd in Flossenbürg en dat hij vanuit Sachsenhausen was gekomen en daarvoor in Auschwitz als gevangenenummer 187189 was geregistreerd. Hier was hij op 3 mei 1944 naartoe op transport gesteld.
Volgens de Auschwitz Chronicle 1939 (uit de archieven van Auschwitz) pagina 618 kregen op 4 mei 1944 de uit dwangarbeiderskamp Gleiwitz afkomstige 261 (mannelijke) Joodse gevangenen de gevangenenummers 187162-187422, de 245 vrouwelijke Joodse gevangenen kregen de gevangenenummers 79205, 7920, 79246 en 79128-79372. Jacob was dus 1 van de mannelijke gevangenen.
Verder staat op de Flossenbürg-kaart dat hij op 8 maart 1945 op transport werd gesteld naar Bergen-Belsen.