Jonas was handelsreiziger in parfumerieën.
Hij en zijn vrouw Sientje en hun oudste zoon Maurits werden te kamp Westerbork op 2 maart 1943 op transport gesteld naar het vernietingskamp Sobibor alwaar de trein op 5 maart 1943 aankwam. De meeste personen stierven vrijwel altijd op dezelfde dag, zo ook deze gezinsleden. Met dit transport werden 1105 personen weggevoerd. Het was het eerste transport naar Sobibor.
Jongste zoon Joseph was reeds eerder op transport gesteld en in 1942 in Auschwitz omgebracht.