Louis Schenkkan is geboren als jongste zoon in het gezin van diamantslijper Leendert Schenkkan en Judith Lever. Hij had twee oudere broers en twee oudere zussen. Louis volgde lager onderwijs op de Meerhuizenschool in de IJsselbuurt. Evenals zijn twee broers ging hij daarna aan de slag in het diamantvak.
Tijdens de razzia van zaterdag 22 februari 1941 werd Louis opgepakt. Hij was op dat moment vermoedelijk bij zijn verloofde Betty, die hij in augustus 1940 had leren kennen. Via kamp Schoorl werd Louis naar Buchenwald en later naar Mauthausen gedeporteerd. Vanuit de kampen schreef hij vele brieven naar huis. Zo vroeg hij zijn broer om contact op te nemen met zijn werkgever en hem te vragen zijn loon uit te betalen, omdat zijn moeder het geld niet kon missen. Ook schreef hij brieven naar zijn verloofde Betty. Op 14 oktober 1941 kwam Louis, 26 jaar oud, in Mauthausen om het leven.
Zijn moeder Judith, zus Esther en broer Jacques werden eveneens in vernietigingskampen van de naziʼs vermoord. Zijn oudste broer Mozes, gehuwd met een niet-Joodse vrouw, en zijn zus Jeanette, die evenals haar zoontje Leo onderdook, overleefden de oorlog.
Gebaseerd op historisch onderzoek gedaan en verhaal geschreven door Wally de Lang