Debora de Wilde was gehuwd met de Emanuel Broder, die de Poolse nationaliteit bezat.
Door dit huwelijk kregen Debora en hun kinderen ook de Poolse nationaliteit. (Bron Felixarchief, Vreemdelingendossier).
Het beleid van het Joods Monument is dat een ieder, met de Nederlandse nationaliteit en/of woonachtig in Nederland, die in de periode 10 mei 1940 – 8 mei 1945 is overleden cq vermoord in kampen, onderduik of elders, omdat hij/zij behoorde tot een groep die door de nazi’s werd vervolgd wegens ras en/of geloof (Joods), als oorlogsslachtoffer op het Joods Monument wordt vermeld.
Zij die een andere dan de Nederlandse nationaliteit bezaten door huwelijk en vanuit België / Frankrijk zijn gedeporteerd worden niet opgenomen in de NDVS.
Indien van hen géén officiële aangiftes van overlijden, aktes van overlijden of anderszins bekend zijn, of vermeldingen van overlijden in het Belgisch Staatsblad zijn gevonden staat dan op de persoonspagina in het Joods Monument als overlijdensplaats “Gemeente onbekend, datum onbekend”. Mocht later blijken dat deze persoon een overlevende is, dan wordt deze in het Joods Monument als overlevende met een witte pagina vermeld.
Zij staan vermeld in de index, het “Memoriaal van de Deportatie der Belgische Joden”, waarin alle personen zijn opgenomen die met de 26 konvooien van Mechelen naar Auschwitz zijn gedeporteerd, dan bestaat de kans dat zij slachtoffer van de Sjoa zijn geworden, maar óók een kleine kans, dat zij de Sjoa hebben overleefd.
Omdat niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat deze personen slachtoffer zijn, noch dat zij overlevenden zijn, kiest het Joods Monument er voor deze personen tóch op te nemen als slachtoffer met een paars-gekleurde pagina, maar zij worden niet opgenomen in de NDVS, de Nationale Database Vervolgings Slachtoffers.