Op 30 juli 1910 wordt Carolina Anna Polak geboren. Zij is de oudste dochter van Grietje Sanders en Henri Samuel Polak. Het gezin woont dan in Rotterdam. Al snel na Carolina’s geboorte verhuist het gezin in 1911 naar Maastricht. Grietje en Henri hebben daar namelijk hotel Wilhelmina gekocht dat gelegen was aan de Wilhelminasingel 88. In 1914 is er gezinsuitbreiding met de geboorte van Carolina’s broertje David Samuel Polak (18 juni 1914 – 1943). In 1921 wordt haar zusje Anna (Ans) geboren (24 september 1921 – 1981). Eind januari/begin februari 1930 neemt een jongeman uit Amsterdam zijn intrek in het Koosjere Hotel Wilhelmina. Zijn naam is David Piller. Klaarblijkelijk springt er een vonk over tussen David en Carolina want op 27 maart 1931 trouwen ze.
Al snel is Carolina in verwachting en op 8 februari 1932 wordt zoon Bernard-Henri geboren. Een goed jaar later, op 2 januari 1933, vertrekt Carolina met haar gezin en haar ouders naar de Wilhelminalaan 70 in Valkenburg waar Grietje en Henri Samuel sinds juni 1927 het Pension/Restaurant Den Halder uitbaten.
David en zijn schoonvader Henri Polak brengen ook het bestuur van de hoofdsynagoge in Maastricht op de hoogte van hun vertrek naar Valkenburg.
Het verblijf in Valkenburg is maar van korte duur: in april 1934 sterft Carolina’s vader5 en twee maanden later keert ze met haar gezin en moeder terug naar Maastricht. Ze gaan wonen aan de Scharnerweg 108.6 Hier wordt op 15 april 1935 haar tweede zoon Henri Samuel geboren.
Ondertussen werkt David als handelsreiziger in textiel. Na een goede anderhalf jaar verhuist het gezin opnieuw en betrekt eind februari 1937 een huurhuis aan de Koning Clovisstraat 57b in Maastricht. De woning is eigendom van Jacobus Lambertus Smeets, die zelf een paar deuren verderop woont op nummer 79. In de periode eind december 1937 - maart 1942 wonen opeenvolgend drie dienstmeisjes bij de Pillers in. De Tweede Wereldoorlog breekt uit Met de bezetting van Nederland door de Duitsers wordt de vrijheid van de Joodse inwoners steeds verder ingeperkt; lid zijn van een sportclub, wandelen in parken, bioscopen bezoeken, naar school gaan, een bedrijfje runnen, het wordt allemaal verboden. Op 24 augustus 1942 gaat de Maastrichtse gemeentepolitie op pad met een aangetekende brief bestemd voor 159 Joodse stadsgenoten. Het is een oproep tot deportatie naar Westerbork die de volgende dag al zal plaatsvinden. Carolina en haar gezin ontspringen de dans want zij hebben een Sperre bis auf Weiteres toegekend gekregen door de Sicherheitsdienst (SD). Die danken zij waarschijnlijk aan het feit dat David op 19 augustus 1942 hoofd van de inkoopcommissie bij de Joodse Raad in Maastricht is geworden. Onderduik in België & arrestatie Inmiddels is het drukker geworden in huize Piller. Op 7 augustus 1942 zijn Paul Sommer en zijn echtgenote Carla Sommer-de Vries bij hen ingetrokken. Overigens zullen zich daar in maart 1943 nog bij voegen Arnold Sandhaus en zijn vrouw Johanna. Dan volgt op 10 en 11 november 1942 een razzia waarbij Joodse inwoners worden opgehaald en op transport worden gezet naar Westerbork. Ook nu beschermt de Sperre Carolina en haar gezin tegen deportatie. Wanneer eind maart 1943 de hoogste SS’er in Nederland Hanns Albin Rauter opdracht geeft om acht Nederlandse provincies, waaronder Limburg, Judenfrei te maken worden alle Sperresingetrokken. De Joden die nog legaal in die provincies wonen moeten zich voor 10 april 1943 melden in Kamp Vught. Ook Carolina en haar gezin. Ze besluiten onder te duiken in België.
Maar het gaat mis: in mei 1943 wordt David in België is opgepakt met een vals identiteitsbewijs. Hierop staat dat David -alias Désiré Peeters- sinds 12 februari 1942 in de gemeente Crainhem (Brussel) woont aan de Koningin Astridstraat 42. Deze datum is misleidend; de Pillers zijn pas tussen eind maart ’43 – 10 april ‘43 ondergedoken. Bovendien staat op het valse ID-bewijs vermeld: ‘seit 4 Wochen illegal in Brüssel - letzte Wohnung Mastricht, Koning Clovisstraat 57b’ en dat past naadloos in de reconstructie van de tijdlijn. Of David zijn valse papieren in Nederland of in België heeft ontvangen is onbekend.
Na zijn arrestatie komt David op 25 mei 1943 terecht Kazerne Dossin in het Belgische Mechelen, een oude legerkazerne die tijdens de Tweede Wereldoorlog als verzamel- en doorvoerkamp werd gebruikt. De leefomstandigheden zijn er erbarmelijk. Op de inschrijvingslijst staat dat Davids beroep kok (Koch) is. Hoopte hij op een grotere overlevingskans door een praktisch beroep op te geven? Deportatie naar Auschwitz Na ruim twee maanden verblijf in Kazerne Dossin wordt David 31 juli 1943 op transport XXI gezet en naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Aan boord zaten 1.563 vrouwen, mannen en kinderen. Om deze 1.563 te verzamelen waren drie maanden nodig.18 David wordt vrijwel meteen na aankomst in Auschwitz vermoord. Zijn sterfdatum is vastgesteld op 3 augustus 1943.19 David is dan 39 jaar oud. Op de dag dat David in Auschwitz wordt vermoord, worden Carolina, haar zoontjes, moeder, broer en diens echtgenote Betty Cohen ingeschreven in Kazerne Dossin.
Zijn ze verklikt, ontdekt in de onderduik, tegen de lamp gelopen met valse papieren? Duidelijk is in elk geval ze apart van David zijn aangehouden en hem in het kamp niet meer hebben gezien. Ze worden op 20 september 1943 met transport XXIIA gedeporteerd naar Auschwitz. Over hoe hun verblijf in de Dossin kazerne er uit zag tussen 3 augustus en 20 september bestaat geen gedetailleerde informatie. Anders dan het transport waarmee David weggevoerd is, werden de gedeporteerden van Transport XXIIA sneller verzameld. Dat kwam met name door de Aktion Iltis; een grote razzia die plaats vond in de nacht van 3 - 4 september 1943 in België waarbij joden werden opgepakt. Bij aankomst in Auschwitz stuurt de SS 75% van de vrouwen en meisjes en 48% van de mannen en jongens meteen de gaskamers in.21 Carolina en haar kinderen worden vermoord op 23 september 1943. Carolina is dan 33 jaar oud, Bernard Henri is 11 jaar oud en Henri Samuel sterft op 8 jarige leeftijd. Het huis aan de Koning Clovisstraat 57b Na het vertrek van de Pillers uit het huis aan de Koning Clovisstraat 57b vordert de SD de woning om er meubels in op te slaan van ondergedoken of gedeporteerde Joden. Dan meldt zich in juli 1943 de Maastrichtse wethouder Van Beek bij Smeets, de eigenaar van de woning. Van Beek wordt vergezeld door Hein Jordans die de dirigent is van het Maastrichts Symphonie Orkest en de woning wil huren. Hoewel Smeets aangeeft aan dat de SD de woning in beslag genomen heeft, draagt de Beauftragte van de Reichskommissar in Limburg hem in augustus 1943 op de woning aan Jordans te verhuren. Jordans intrek in de woning werd door de buurt niet op prijs gesteld. Zoiets deed je niet, vond men.
Carolina’s zus Ans overleeft de oorlog. Ze trouwt en krijgt een zoon. Onze speciale dank gaat naar hem uit voor zijn hulp bij het tot stand komen van deze biografie. Ans overlijdt op 28 mei 1981
Met grote dank voor de inspanningen van Marjolein Vlieks.
Juus Kreiken juus@kreiken.nl