Machiel Vreeland was de oudste zoon van Betje Zak en Isaac Vreeland. Machiel was een vernoeming die zowel betrekking had op de vader van Betje als de vader van Isaac. Machiel had een tien jaar jonger broertje David. Het gezin woonde in bij de ouders van Betje, die in de Rapenburgerstraat woonden. Na het overlijden van opa en oma Zak verhuisde Machiel met zijn ouders en broer in juni 1930 naar een woning in de Jodenbreestraat 95-III. Vader Isaac onderhield zijn gezin door als schoenmaker te werken.
Machiel werd na zes jaar lagere school en anderhalf jaar Kleermakers-vakschool aanvankelijk ʻperserʼ van beroep, maar trad al snel in de voetsporen van zijn vader en ging als leerling-schoenmaker aan de slag. Machiel werd afgekeurd voor militaire dienst. Bij de keuring in maart 1938 was vastgesteld dat hij nierklachten had.
Machiel werd bij de razzia van zaterdag 22 februari 1941 opgepakt. In de Jodenbreestraat pakte de gewapende grüne Polizei tijdens het razziaweekend in totaal zestien Joods mannen op. De groep werd hardhandig richting het Jonas Daniël Meijerplein opgejaagd en later die dag in open vrachtwagens naar kamp Schoorl overgebracht. Op 27 februari werden de mannen per trein naar Buchenwald gedeporteerd en van daaruit op 22 mei naar Mauthausen. Op 3 oktober 1941 kwam Machiel, 22 jaar oud, in Mauthausen om het leven.
Machiels moeder Betje werd, samen met broer David, in september 1943 in Auschwitz vermoord. Zijn vader Isaac werd een jaar later in datzelfde kamp omgebracht. Van het gezin Vreeland was niemand meer over.
Gebaseerd op onderzoek en verhaal van Wally de lang