Addition

Over Herbert Spijer

Vertaalde fragmenten uit Sag nie, du gehst den letzten Weg (Lin Jaldati/Eberhard Rebling, 1986):

Een paar dagen later kwam Jan Hemelrijk langs: ‘We moe­ten nu veel Joodse kinderen opvangen. Kunnen jullie nog een jon­gen van 16 opnemen?’ Vanzelfsprekend zeiden we ‘ja’. En zo haalde ik Herbert Speyer[1] op van de Hobbemakade in Amster­dam, waar zijn ouders nog woonden.

[1] Jan ontfermde zich ook over de 16-jarige joodse Herbert Speyer. Jan kende de familie Speyer. Hij zou de hele oorlog voor Herbert zorgen. Op Jans verzoek kwam hij bij de Reblings wonen.

Toen ik in Amsterdam was, ging ik ook langs bij Herberts ouders, die nog steeds aan de Hobbemakade woonden. Toen ik hen in november opzocht, waren ze in grote nood. Hun twaalf­jarige dochter Elleke was ondergedoken in Amsterdam, maar moest vanuit haar schuilplaats naar een adres in Velsen worden gebracht. Ik bood aan dat voor hen te doen. Ze beschre­ven mij precies hoe Elleke eruit zag, wat voor persoonsbewijs ze had, wan­neer en waar ik haar kon ophalen en hoe ik de weg moest vinden vanaf het station in Velsen naar haar nieuwe adres. Een paar dagen later haalde ik haar op, we ontsnapten aan de con­troles en ik leverde Elleke af op haar nieuwe schuilplaats.

Bij de verhuizing: Herbert ging niet mee, hij ver­huisde naar een andere onderduikplek.

Dit verhaal is ons door mevrouw Diete Oudesluijs toegestuurd in september 2023.