Jakob Hoffmann werd op 16 maart 1944 opgepakt op het adres Alteveer 17 in Arnhem, samen met zijn vrouw Taube Hoffmann-Offentier en dochter Lotte Hoffmann. Zij zaten op dat moment ondergedoken bij Hendrik Jan Willem Elbertsen (Duisburg, 4 maart 1912, melkventer). In een naoorlogse verklaring vertelde Elbertsen eerder aan Joden onderdak te hebben geboden.
Rond 20.00 uur werd er bij Elbertsen aangebeld. Bij de deur waren twee personen die "politie" riepen. Het ging hier om de SD-man Gerhardus Kooijman en Wilhelmus (Willem) Aarden. De laatste werkte als chauffeur bij de Sicherheitsdienst in Arnhem. Samen met de familie Hoffmann werd ook een neef van Elbertsen opgepakt. Willy Bühe verhoorde de familie Hoffmann. Bühe was de Judensachbearbeite bij de SD Ausenstelle Arnhem Hij kende hen al omdat Lotte Hoffmann eerder was opgepakt wegens het niet dragen van de Jodenster.
Elbertsen zat zelf drie maanden vast in het Huis van Bewaring in Arnhem. Wie hen verraden had wist hij niet. Jakob en Taube Hoffmann vonden tien dagen later de dood in Auschwitz. Hun dochter Lotte overleefde de oorlog en bezocht na terugkeer in Nederland Hendrik Jan Willem Elbertsen. Zij emigreerde kort na de oorlog na Palestina.
Bron: Nationaal Archief / CABR-dossier Willy Bühe