Addition

Salomon Goubitz zat in diverse dwangarbeiderskampen in Silezië

Cosel selectie (Organisation Schmelt)

Salomon Goubitz zat in de personentrein die op 11 september 1942 uit Hooghalen wegreed richting Auschwitz. In de trein zaten 874 Joden, onder wie 140 mannen tussen 15 en 50 jaar (16 procent). De personentrein bestond uit 19 wagons. Kennelijk was ook dit een transport met veel ouderen, bijna allemaal afkomstig uit
Amsterdam. Op de transportlijst staan veel namen van mannen tussen de 40 en 60 jaar. Mogelijk betreft dit de restgroep die in de stad was achtergebleven, nadat de jongere mannen tevoren waren opgeroepen voor Nederlandse Joodse werkkampen. 

Salomon werd in Cosel geselecteerd en op 13-09-1942 naar Durchgangslager Niederkirch gebracht, vervolgens ging hij, met vrijwel de gehele groep op 28-09-1942 naar Seibersdorf. Dit was een van de gruwelijkste kampen: de meerderheid van de gevangenen stierf daar tussen december 1942 en maart 1943, zo ook Salomon. Behalve het grote aantal sterfgevallen in het kamp was er ook nog sprake van een groot ziekentransport dat uit Seibersdorf op 15 januari 1943 vertrok naar Sakrau, dat zojuist de status van Krankenlager had gekregen. Bijna alle mensen die tot dit ziekentransport behoorden, stierven in Sakrau, als zij al levend dit kamp bereikten. In maart 1943 werden de overlevenden van Seibersdorf overgeplaatst naar Blechhammer.

Informatie aangeleverd door Herman van Rens.

Cosel selectie (Organisation Schmelt)

Tussen 28 augustus en 8 december 1942 stopten achttien treinen uit Westerbork in het plaatsje Cosel (Tegenwoordig het Poolse Koźle), op zo'n 80 kilometer afstand ten westen van Auschwitz. In deze treinen zaten 16.371 joden waaruit de Organisation Schmelt ongeveer 3400 mannen en jongens tussen de 15-55 jaar voor dwangarbeid selecteerde. De Organisation Schmelt exploiteerde in Opper- en Neder-Silezië rond de 200 arbeiderskampen. De geselecteerde dwangarbeiders werden als slaven van het ene naar het andere werkkamp versleept.

Van de 3400 Nederlandse mannen en jongens die werden geselecteerd overleefden 185 de 'Schmeltkampen', dit is minder dan 6 procent. Het totale aantal Nederlandse slachtoffers uit de Cosel selecties is groter dan het aantal dat deportatie naar kampen als Bergen-Belsen, Theresienstadt en Mauthausen niet overleefde. Alle Cosel slachtoffers ondergingen uitbuiting en honger, het merendeel van hen stierf door ziekte en uitputting, werd vermoord in de kampen of uiteindelijk vergast in Auschwitz-Birkenau. In totaal zijn rond de 50.000 Joodse mannen omgekomen in de 'Schmeltkampen', dit waren voornamelijk Poolse joden, maar ook Franse en Belgische slachtoffers. 

De selecties in Cosel en het lot van de Nederlandse Joden in de 'Schmeltkampen' zijn binnen het Nederlandse collectieve Holocaust geheugen onderbelicht gebleven. 

(Bron: Tussenstation Cosel - Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië, 1942-1945, Herman van Rens & Annelies Wilms, 2020)