In de PZC van 1 december 2001 staat een interview met een zoon van Jonas Winkel, waarbij deze ingaat op de arrestatie van zijn vader:
Jonas Winkel was ook een handelaar maar aan het begin van de bezetting werkte hij bij het verhuisbedrijf van zijn niet-joodse schoonfamilie. „Hij droeg een stofjas en werd aangehouden omdat zijn ster daardoor niet zichtbaar was. Mijn zus heeft nog een kaartje uit Westerbork, waarin hij meldt dat hij op transport naar Auschwitz gaat.”
De gemengd gehuwde Winkel werd op 21 augustus 1942 in het Oranjehotel opgesloten in cel 448. Op 24 augustus werd hij overgebracht naar Westerbork en gedeporteerd naar Auschwitz. Op 30 september 1942 was er van zijn transport niemand meer in leven.