Sara is een dochter van Abraham Mooleman en Greetje Frank. Het gezin had in totaal 7 kinderen waarvan Sara het vierde kind is. Na Sara kwamen er nog een zoon en twee dochters waarvan de laatste Maria Bertha genoemd werd.
Sara trouwde op 19 december 1912 met Eliazer Walg. Sara en Eliazer kregen 9 kinderen. Het eerste kind Markus overleed al voor de oorlog. Geboren op 11 mei 1915 overleed hij op 30 januari 1916, slechts 9 maanden oud. Sara en Eliazer gingen wonen op Roetersstraat 14 II. Daar zijn Abraham, Maurits, Gretha, Markus, Rachel, Evelina en Selma geboren. Juli 1926 verhuisde het gezin naar de Nieuwe Prinsengracht 79 huis. Daar is Maria Bertha geboren. Op 21 mei 1928 werd het gezin ingeschreven op de Transvaalstraat 115 bovenhuis.
Eliazer was diamantklover van beroep. Personen werkzaam in de diamantindustrie werden in eerste instantie mogelijk vrijgesteld van deportatie. Eliazer heeft een formulier ingevuld waarmee diamantbewerkers zich konden aanmelden om voorlopig vrijgesteld te worden van deportatie. Aanvankelijk wilde de Duitsers een eigen diamantindustrie opzetten om op die wijze aan deviezen en industrie diamanten te komen. Zij wilde daar onder andere gebruik bij maken van het vakmanschap en de kennis van de Nederlandse diamantbewerkers. Zover is het nooit echt gekomen o.a. door het ontbreken van ruwe diamant. Oorspronkelijk zou de diamantbewerking plaatsvinden in kamp Vught. De diamantbewerkers werden daarvoor met vrouw en kinderen naar dat kamp gestuurd. Uiteindelijk besloten de Duitsers de diamantbewerking te verplaatsen naar Bergen Belsen. Het vermoeden is dat Eliazer en Sara en nog thuiswonende dochter Maria Bertha om die reden naar Vught zijn gestuurd. Op de Joodsche Raad kaart van Eliazer wordt 14 januari 1943 gegeven als datum van binnenkomst in Vught.
Op 6 en 7 juni 1943 vonden de zogenaamde kindertransporten vanuit Vught plaats. De kindertransporten vanuit kamp Vught waren twee massadeportaties op 6 en 7 juni 1943 van alle aanwezige Joodse kinderen in kamp Vught per trein via Westerbork naar Sobibor. Rond april 1943 raakte het kindergedeelte van Kamp Vught overvol door de toestroom van kinderen als gevolg van de verheviging van de door de Duitsers uitgevoerde razzia’s. Vanaf de kleuterleeftijd zaten kinderen in aparte barakken en zagen zij hun ouders niet of zelden. Zij werden moeilijk te hanteren en de kleine kinderen kregen vaak besmettelijke ziekten. Omdat kinderen geen werk verrichtten, werd besloten ze weg te halen uit Vught. Op 6 juni werden alle kinderen van nul tot en met drie jaar, samen met hun ouders gedeporteerd en dag later op 7 juni werden de kinderen van vier tot en met zestien jaar afgevoerd naar Westerbork. Maria Bertha zat op het transport van 7 juni.
Eliazer, Sara en Maria Bertha kwamen, volgens de Joodsche Raad kaart van Eliazer, op 8 juni aan in Westerbork. Zij zijn direct op transport gezet naar Sobibor waar zij op 11 juni 1943 direct na aankomst zijn vermoord. Sara Mooleman is 55 jaar geworden.
Gebruikte bronnen:
- Stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Sara Mooleman
- Stadsarchief Amsterdam, overlijdensakte Sara Mooleman, nummer 170 dd 12-04-1950
- Cartotheek Joodsche Raad, kaart van Sara Walg-Mooleman
- ANDB archief (IISG Amsterdam)