Addition

Over Hermann van Pels

Hermann van Pels met zijn vrouw Auguste van Pels.

Bron: annefrank.org/nl

Hermann van Pels komt uit de Duitse stad Osnabrück. De familie van zijn vader komt oorspronkelijk uit Groningen (Nederland). Daardoor heeft Hermann de Nederlandse nationaliteit. Op 25 december 1925 trouwt Hermann met Auguste Röttgen. Hoe zij elkaar ontmoet hebben, is niet bekend. Krap een jaar later wordt hun zoon Peter geboren. Vanaf 1932 werkt Hermann als vertegenwoordiger voor het bedrijf van zijn vader. Dat bedrijf handelt in slagersbenodigdheden. In 1937 besluiten Hermann en Auguste om Osnabrück te verlaten. In het antisemitische Duitsland van Hitler zien zij geen toekomst meer. Hermann en Auguste kiezen voor Nederland. Uiteindelijk zullen in de daaropvolgende jaren ook Hermanns vader, broer en drie zussen naar Amsterdam komen. Het gezin Van Pels komt vlakbij de familie Frank te wonen.

In Amsterdam richt Hermann met zijn zwager een handelsonderneming op in textiel. Begin 1939 stapt hij daar uit en treedt hij in dienst bij Otto Frank. Zijn kennis van vlees- en worstkruiden is essentieel voor het tweede bedrijf van Otto: Pectacon. Pectacon handelt in kruiden, specerijen en later ook in surrogaten. In het voorjaar van 1942 richten Hermann van Pels en Otto Frank een schuilplaats in. In het leegstaande Achterhuis van het bedrijfspand is ruimte voor beide gezinnen. Een week na de familie Frank duikt ook de familie Van Pels onder in het Achterhuis.

Als hij geen slecht humeur heeft, is Hermann de moppentapper van het Achterhuis. Anne noteert in haar dagboek regelmatig de moppen die hij vertelt, zoals: ‘Wie is zwart, zit op het dak, heeft twee poten en kan fluiten? De leerling van de schoorsteenmeester'. Naast de grappen, heeft Hermann volgens Anne ‘veel inzicht in de politiek’. Alleen tegenspreken moet je hem niet, want dan krijg je de wind van voren. Anne vindt hem nogal arrogant. Na D-Day zijn Hermann van Pels en Otto Frank optimistisch gestemd. Zij verwachten dat de opmars van de geallieerden vlot zal verlopen en dat Nederland in oktober 1944 weer een vrij land is. Maar op 4 augustus 1944 doet de Sicherheitsdienst een inval in het pand aan de Prinsengracht. Nederlandse agenten, onder aanvoering van SS-Hauptscharführer Karl Josef Silberbauer, ontdekken en arresteren de acht onderduikers en twee helpers. Volgens Otto doet Hermann nog een ultieme poging om Silberbauer om te kopen. Hij vraagt hem of hij tegen betaling de onderduikers wil laten lopen, maar daar gaat Silberbauer niet op in. Na een paar dagen in de gevangenis worden Hermann en de anderen op de trein gezet naar doorgangskamp Westerbork.

In Westerbork worden mannen en vrouwen van elkaar gescheiden. Overdag moet Hermann werken (wat voor werk is onduidelijk), maar ‘s avonds kunnen Hermann, Auguste en Peter bij elkaar zijn. Hun grootste angst wordt werkelijkheid als zij op 3 september 1944 mee moeten met een transport naar het oosten. De familie zit bij elkaar in een overvolle veewagon, met tientallen andere gevangenen. Na drie dagen stopt de trein, ze zijn aangekomen in het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Op het perron worden Hermann en Auguste van elkaar gescheiden. Peter blijft bij hem.

Samen met Otto Frank en Fritz Pfeffer moet hij zwaar werk doen in de wegenaanleg, buiten het kamp. Daarbij raakt hij gewond aan zijn hand en moet hij in de barak achterblijven. Medegevangenen hebben na de oorlog verklaard dat bewakers Hermann in oktober 1944 naar de gaskamer gestuurd hebben. Daar is hij vermoord. Hermann van Pels is dan 46 jaar oud.

Bron: annefrank.org/nl