Auguste Röttgen werd op 29 september 1900 geboren in Buer, Kreis Recklinghausen, Duitsland. Ze was de dochter van Leo Röttgen en Rosa Röttgen-Rosenau. Auguste had vier zussen: Else, Gertrude, Margaretha en Lotte. Na de oorlog verklaarde Margaretha dat Auguste economie had gestudeerd in Keulen en deze studie succesvol afrondde. Volgens het universiteitsarchief van Keulen schreef Auguste zich na een semester uit.
Op 5 december 1925 trouwde Auguste Röttgen in haar woonplaats Elberfeld met Hermann van Pels. Ze kreeg hierdoor automatisch de Nederlandse nationaliteit. Op 8 november 1926 werd zoon Peter geboren. Hij bleef enig kind. In 1937 kwam Auguste met haar gezin naar Nederland. Na enkele verhuizingen kwamen ze terecht in een ruime vierkamerwoning aan de Zuider Amstellaan, ingericht met uit Duitsland meegebracht meubilair. Op 30 oktober 1942, toen ze al enkele maanden waren ondergedoken, werd de woning leeggehaald.
In juli 1942 ging ook Auguste van Pels onderduiken in het Achterhuis aan de Prinsengracht. Wat we uit deze periode over haar weten komt uit Annes dagboek, met enige correcties en aanvullingen van Otto Frank en Miep Gies.
Na de arrestatie op 4 augustus 1944 kwam Auguste van Pels via Westerbork in Auschwitz-Birkenau terecht. Later werd ze doorgestuurd naar Bergen-Belsen samen met Anne en Margot. Later wordt ze naar Raguhn en vandaar naar Theresienstadt. Onderweg naar Theresienstadt kwam ze om. Ze was 44 jaar oud.
Bron: annefrank.org/nl