Addition

Over Salomon van Dam

Salomon van Dam werd geboren op 28 mei 1890 in Rotterdam als jongste zoon van Godschalk Isak van Dam en Esther Coenraad. Hij had drie oudere zussen, een oudere broer en een jonger zusje. Godschalk en zijn vrouw Esther woonde tot oktober 1888 in Dordrecht aan het Slikveld. Daar werden de eerste vier kinderen geboren. In Rotterdam kregen ze nog twee kinderen, waaronder Salomon. 

Hieronder de andere broers en zussen van Salomon:

- Elizabeth Hester Walvis-van Dam (Dordrecht, 13 juli 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942).

- Hester van Loon-van Dam (Dordrecht, 30 juni 1881 – Sobibor, 14 mei 1943).

- Saartje Faijnleijbe-van Dam (Dordrecht, 8 augustus 1883 – Auschwitz, 15 oktober 1942).

- Calma van Dam (Dordrecht, 17 januari 1886 – Sobibor, 28 mei 1943).

- Mietje Chasler-van Dam (Dordrecht, 8 februari 1888 – Auschwitz, 1 oktober 1942).

- Roosje van Dam- van Leer (Rotterdam, 2 augustus 1892 – Auschwitz, 12 oktober 1942).

In de navolgende jaren wisselde het gezin de ene woning voor de andere in. Ze hebben op veertien adressen gewoond. Op die lijst komt ook de strafgevangenis aan de Nieuwehaven 134 voor.  Vader Godschalk heeft er van 20 tot 24 oktober 1904 vastgezeten. Het zal, met zo weinig dagen, een licht vergrijp zijn geweest.

Op 5 december 1923 overlijdt Godschalk in Rotterdam, 73 jaar oud. Esther sterft op 16 februari 1931. Zij is 78 jaar geworden. Beide ouders hebben de volwassenwording van al hun kinderen kunnen meemaken, en ook hun bruiloften. Die huwelijken werden voltrokken tussen oktober 1908 en augustus 1923. Zelfs enkele kleinkinderen hebben ze kunnen leren kennen. 

Salomon van Dam trouwde op 22 juni 1916 met Flora Kuijper, (28 februari 1895, Rotterdam). Met tussenpozen van twee jaar werden hun kinderen geboren, alledrie te Rotterdam: George Henri (12 april 1917), Johanna Elizabeth ( 8 april 1919) en Henriette Roza (10 juni 1921). Het gezin verhuisde in 1929 naar Haarlem, maar keerde in 1932 terug naar Rotterdam, naar Bergsingel 131.

In 1937 verhuisde hij met zijn gezin naar Brussel. In mei 1940 worden België en Nederland ingenomen door de Duitsers. Salomon achtte het verstandiger te vluchten, misschien voorzag hij de aanstormende jodenvervolging. Het lukte hem om weg te komen. Reizend met het motorschip ‘Strathmore’ arriveert hij op 5 oktober 1940 in de Australische havenstad Freemantle. Hij heeft zijn vrouw Flora bij zich en dochter Henriette. Zijn andere kinderen George Henri en Johanna Elizabeth bleven achter in België, om onbekende redenen. Salomon en zijn vrouw en jongste dochter konden onder normale omstandigheden hun gewone leven voortzetten, terwijl in Nederland de holocaust losbarstte. 

Op 5 maart 1942 komt dochter Johanna Elizabeth eveneens aan in Australië, in Melbourne. Johanna was inmiddels een getrouwde vrouw, de echtgenote van Max Manheim. Zij vestigen zich in Brisbane, in de wijk St. Lucia, aan Central Avenue. Henriette, de andere dochter, reist van Australië door naar Nederlands-indië, naar Batavia. Op 10 december 1941 meldt ze dat zich heeft verloofd met Isaac Elion. Zij woont aan de Tandjonglaan 25, hij aan de Rijswijkstraat 2a. Op 19 februari trouwen ze in Solo. De Tandjonglaan is het familieadres. Salomon en Flora blijken hier te zijn neergestreken, overgekomen uit Australië. Salomon gaat er aan de slag als koopman in vetten. Na de oorlog keren Salomon en Flora terug Nederland. Na eerst van Batavia naar Australië te zijn gevlogen, en vandaar naar Nederland, vestigen zij zich op 12 september 1946 in Rotterdam.

Naast Salomon en zijn gezin overleefde alleen twee dochters van zijn zus Esther de oorlog. De rest van zijn broers en zussen en hun gezinnen werden vermoord in Auschwitz en Sobibor. Salomons zoon George die in België achterbleef zal zonder twijfel in de oorlog ondergedoken zijn geweest.

Al na twee jaar verlieten Salomon en Flora Rotterdam en betrokken ze een flat in Scheveningen, aan de Zeekant 105a.  Volgens de persoonskaart van het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) laat daarna nog eens zeven woonadressen zien, allemaal in Den Haag, met een onderbreking op 4 mei 1951. Dan staat er ‘Singapore SS’, waarmee hoogstwaarschijnlijk is bedoeld dat zij in de Singapore zijn gaan wonen. Op 19 september 1956 worden ze weer geregistreerd als inwoners van Den Haag. 

Salomon overlijdt op 27 februari 1958 in Anderlecht in België. Waarschijnlijk was hij onderweg naar zijn zoon George. Flora overleed op 29 oktober 1972 op 77-jarige leeftijd in Den Haag.

Zoon George Henri bleef in België wonen, in Anderlecht aan 15 Avenue Gounod. Hij overleed op een onbekend moment. 

Dochter Johanna Elizabeth keerde ook terug naar Nederland, en klaarblijkelijk gescheiden. Want zij hertrouwt op 14 juni 1946 in Amsterdam met Willem Cornelis Heybroek (Amsterdam, 16.7.1905), een majoor in het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger). Ook hij was in 1938 gescheiden. Het huwelijk met Johanna heeft niet lang geduurd. Op 17 maart hertrouwt Heybroek opnieuw  met Cornelia Willemia de Valk. Hij overlijdt enkele jaren later in Zandvoort, op 18 februari 1956. Over Johanna zijn geen nadere gegevens gevonden.

In Australië woonde ondertussen nog altijd Henriette, de jongere zus van Johanna. Zij is in Australië gebleven. Zij en Isaac brengen in februari 1946 en in september 1955 nog een familiebezoek aan Nederland. 

Op 12 september 1946 beviel Henriette in Sydney van dochter Eileen Florence. Ze krijgt later nog twee dochters: Carol en Jenny. Isaac overleed op 8 maart 2006 in North Ryde, een wijk van Sydney. Henriette stierf op 25 januari 2015. 

Bron: stolpersteine-dordrecht.nl, persoonskaarten CBG.