De moeder van Nathan, Rosa Lion, was dochter van de vleeswarenfabrikant Silo Lion en Johanna van Driel. De vier kinderen zetten het bedrijf in Boxmeer voort en zo werd ook de man van Rosa, Heiman van der Woude, vennoot in de zaak. Nathan had twee zussen: Leentje (11-8-1907) en Johanna (4 september 1908 - 16 mei 1995). Het gezin woonde vanaf 1917 in Nijmegen tot in het begin van de jaren-30 aan de Groesbeekseweg. Heiman overleed in augustus 1937 in Amersfoort, Rosa werd op 15 oktober 1942 vermoord in Auschwitz. Nathan ging vanuit Nijmegen naar onder meer Zandvoort en werkte als musicus. In Amsterdam woonde hij eerst op Amstel 130 I. Op 3 augustus 1938 trouwde hij met Anna Openneer (Amsterdam, 12 november 1913); met haar woonde hij eerst een half jaar in Brussel en erna weer aan de Amstel. Erna verhuisden ze nog naar de Van Woustraat 7 II. Hij kwam in Westerbork op 26 september 1942 en werd gedeporteerd op 20 november 1942. Hij werd er tewerkgesteld en overleed op 13 januari 1943 volgens aangifte bij de gemeente Auschwitz (’Sterbebücher’). Hij werd daar geregistreerd als ‘atheïst’.