Sarita Carry (Rita) Mullem (1911) heeft zich in 1938 in Santpoort als ‘hondenverzorgster’ aan de J.T. Cremerlaan 22 in Santpoort gevestigd. Vanaf december 1938 staan er in het Weekblad voor Santpoort-Dorp, Santpoort-Station, Rozenstein en Driehuis regelmatig advertenties van Rita C. Mullem’s dierenzaak. Rita is gespecialiseerd in ‘poedels en terriërs en er bestaat gelegenheid voor enkele honden en katten om (bij haar thuis) te logeeren’.
Nadat ze in maart 1942 is gedwongen haar huis en dierenzaak achter te laten en naar te Amsterdam te vertrekken, plaatst ze in Het Joodsche Weekblad al gauw een advertentie waarin ze zich aanbiedt om ‘honden aan huis te baden, plukken, trimmen en nagels te knippen’.
In het politierapport van zaterdag 12 december 1942 noteren de dienstdoende agenten van het wijkbureau Pieter Aertzstraat dat de ‘jodin Sarita Mullem gepoogd (heeft) zich van het leven te berooven, door naakt in de badkuip te gaan liggen en alleen de heete straal over zich te laten loopen’. Rita wordt met brandwonden en in bewusteloze toestand naar het Westergasthuis gebracht. Op donderdag 16 december 1942 overlijdt ze daar aan haar verwondingen.