Addition

Een profiel van Joseph Groenewoudt en het aspect van vernoeming van hem en zijn broers

Een glimp van identiteit, van tradities en van een tijd, door een kier.

Ouderlijk huis
Joseph Groenewoudt werd geboren op 24 augustus 1913 in de Nieuwe Kerkstraat, nr. 135, in Amsterdam. Het gezin woonde toen op het adres Dijkstraat 11.

Joseph was de oudste zoon van Rebecca Groenewoudt-Roet en Andries Mozes Groenewoudt. We zullen de vader hieronder verder 'Andries' noemen.  We zullen met name in het verhaal van Joseph, hieronder, een aanwijzing tegenkomen dat zijn vader inderdaad 'Andries' genoemd werd.

We zullen ook zien dat Joseph nooit trouwde. Zijn verhaal is daarom voor een belangrijk gedeelte het verhaal van zijn ouderlijk huis, van het gezin waarvan hij deel uitmaakte. Dat verhaal zullen we echter primair vertellen vanuit het perspectief van de moeder. Lees daarover vooral ook het verhaal van Rebecca Groenewoudt-Roet.

Vernoeming
Joseph werd vernoemd naar zijn opa van moeders kant, diamantversteller Joseph Roet.  Dat lijkt conform een traditioneel gebruik, temeer omdat, bij nader beschouwing, de namen van de vier zoons van Rebecca en Andries suggereren dat alle vier de zoons werden vernoemd.

Als onderdeel van het verhaal van Joseph, de oudste zoon, staan we nu wat uitgebreider stil bij deze vernoeming.

Nederlands-Joodse Traditie?
De zoons van Rebecca en Andries werden als volgt vernoemd, op volgorde van hun geboorten: Joseph (naar opa van moeders kant), Mozes Andries (naar opa van vaders kant), Salomon (oudste broer van moeder) en Isaac (de enige dan levende broer van vader Andries). In het gemeentearchief van Amsterdam is verder te vinden dat de ouders van Andries al eerder, in oktober 1882, een zoon hadden die Isaac heette. Deze werd maar drie weken oud. We vangen hier een glimp op van een tijd waarin kindersterfte beduidend hoger was dan tegenwoordig.

Het beschreven patroon van vernoemen was niet volgens de algemene Nederlandse traditie: daarin was het gebruik om de eerste zoon naar opa van vaders kant te vernoemen.

Enige Achtergrond Informatie over Vernoemen in Joodse Tradities
Joodse traditie wat betreft vernoemen is meer gedifferentieerd, als volgt (bron: NIK archief, zie a.u.b. bronnenlijst voor een link naar de brontekst):

``Bij het vernoemen naar (voor-)ouders bestaat er een verschil tussen Sefardiem – oriëntaalse joden – en Asjkenaziem – westerse joden. Het is bij Asjkenaziem uitermate ongebruikelijk een kind naar een nog levende ouder te vernoemen. Sefardiem maken hiervan geen probleem. Bij deze laatste groepering geldt vernoeming naar ouders die nog in leven zijn zelfs als iets positiefs. Bij Nederlandse Asjkenaziem is het wel gebruikelijk om naar levenden te vernoemen. Volgens de midrasj hebben zowel vader als moeder het recht van naamgeving. In recenter tijd is het in sommige kringen gewoonte geworden, dat de naamgeving van de eerstgeborene het privilege van de moeder vormt; het tweede kind wordt door de vader een naam gegeven en het derde weer door de moeder, en zo verder. In de Tora is hierin geen duidelijk patroon te herkennen.''

Wat leert dit ons, welbeschouwd?
We kunnen er nauwelijks omheen dat de zoons van Rebecca en Andries vernoemd werden. En als dit al volgens een traditie was, dan was het kennelijk volgens een Nederlands-joods traditioneel gebruik van hun tijd.

Wat leert ons deze vernoeming, volgens, wellicht, Nederlands-joodse traditionele gewoonten?

Toch niet meer dan dat Rebecca en Andries tot een bevolkingsgroep behoorden die een zekere sociale cohesie vertoonde, in de zin van gedeelde tradities en gewoonten. In dit geval: "hoe noem je je kinderen?" Vragen daarnaar zijn bijvoorbeeld: "Leven er wat dat betreft bepaalde gewoontes en verwachtingen? Voel je je daar verbonden mee, of aan gehouden?" Het werpt mogelijk een klein beetje licht op de vraag naar wat het eigenlijk inhield om 'joods' te zijn, of om als 'joods' opgevat te worden.  Deze vraag dringt zich namelijk op als we bijvoorbeeld foto's zien van 'joodse' mannen, zoals die in 1942 zijn genomen in het Werkkamp Kremdoong. Dit komt naar voren in het verhaal van de vader van het gezin, Andries Mozes Groenewoudt; we verwijzen daarom voor dit aspect verder naar diens verhaal.

Wat we verder weten over Joseph Groenewoudt
Om terug te keren naar het profiel van Joseph: om een nader beeld van hem te krijgen zijn we aangewezen op wat er in archieven te vinden is.

Volgens het militieregister van Amsterdam, en volgens zijn dienstplichtigenkaart in het Nationaal Archief van Nederland, was Joseph in 1932 van beroep 'boekbinder'.
In het militie register is aangetekend dat hij 6 jaar lager onderwijs had genoten en dat hij kostwinner was.  Op zijn registratie van overlijden in het Amsterdams gemeentearchief is gedocumenteerd dat Joseph nooit gehuwd was; het kostwinnerschap betrof dus kennelijk zijn ouderlijk huis, dus het gezin van Rebecca.

Joseph kreeg voor het kostwinnerschap geen vrijstelling van militaire dienst: hij diende als gewoon dienstplichtige in het 18e regiment infanterie in de lichting van 1933.  Als zijn adres staat dan de Langkatstraat 9 I in Amsterdam genoteerd.

Volgens zijn diensplichtigen kaart diende hij weer vanaf 29 augustus 1939. Het verslag van de commandant van het 18e regiment infanterie, luitenant-kolonel J. de Lange, geeft een algemene indruk van hoe Joseph de overmeestering van Nederland door het Duiste leger in de meidagen van 1940 mogelijk beleefd heeft.

Op 7 juni 1940 ging Joseph met `groot verlof', op een vrijdag. Nederland was bezet, door Nazi Duitsland.

Van boekbinder tot fietsknecht.
Op 13 april 1939, was het woonadres van Joseph in Weesperstraat, op nummer 84 II, het zelfde adres als zijn ouders. Zeven jaren waren verstreken en hij was nu volgens de laatste gegevens van beroep 'fietsknecht'. Dit alles althans volgens de archiefkaart die Joseph's overlijden in 1942 registreerde, maar let wel: 1939 was nog voor de Duitse bezetting.
Van boekbinder in 1932 tot fietsknecht. Maar wanneer precies ? Inderdaad in 1939? Of later pas? Vangen we hier een glimp op van Amsterdam in de economische krisis van de jaren '30? Of toch van de gevolgen van maatregelen van de bezetter tegen joden?

Het Einde
Joseph komt voor op de uitgaande transportlijsten van Kamp Westerbork naar Auschwitz van juli 1942. Op de index kaart van de Joodse raad die aan Joseph is gewijd staat dat de boekbinder inmiddels "loopjonge" (sic.) was.

Op de kaart van de Joodse Raad heeft eerst in rood potlood als transport datum 31 juli 1942 gestaan. Het dagnummer 31 is later met zwarte pen overschreven: het was 24 juli. Maar wat er handgeschreven op staat werd na de oorlog door onderzoekers van het Rode Kruis toegevoegd op deze kaarten. De verbetering van het dagnummer is wellicht alleen een uiting van moeilijkheden in hun onderzoek.

Op de zelfde kaart hebben onderzoekers van het Rode Kruis aangegeven wie Josephs broers waren: de namen van Mozes Andries en Isaac staan er in typeletters op; hun geboorte data zijn er met pen bij geschreven. De naam en geboortedatum van Salomon is er ook met pen bij geschreven.

Op de achterkant staat een correspondentie adres: A. Groenewoudt, Weesperstraat 84 II, A'dam.
Het is niet duidelijk wanneer dit er op geschreven is. Dat dat na de oorlog is geweest lijkt onwaarschijnlijk. In ieder geval was vader Andries toen al lang overleden, en van tenminste de mogelijkheid daarvan moeten onderzoekers van het Rode Kruis toch doordrongen zijn geweest.
Hoe het ook zij: dit is de belangrijkste aanwijzing die we hebben over welke naam Joseph's vader voerde voor dagelijks gebruik: Andries.

Joseph Groenewoudt overleed op 30 september 1942 in Auschwitz, ongeveer twee maanden na aankomst in het kamp, op 29 jarige leeftijd.
Hij overleed op de zelfde dag, in het zelfde concentratiekamp, als zijn broer Mozes Andries.

Bronnen:

Over algemeen Nederlandse traditie wat betreft vernoemen van kinderen:
https://www.opanoma.nl/vernoemen-regels/10163/

Over Joodse traditionele gebruiken van betreft het vernoemen van kinderen:
https://archief.nik.nl/index.html_p=5136.html

Inschrijving in Amsterdams bevolkingsregister, waarin we zien dat Andries Mozes een jongere broer Isaac (geb. 31 januari 1892) en een oudere zuster Catharina Sara (geb. 2 juli 1885) had:
https://archief.amsterdam/indexen/deeds/3f45e1d1-87d5-4d7e-ac5c-664f0ab93892

Persoonlijke data van Joseph Groenewoudt en van zijn familieleden (b.v. acten van geboorte en overlijden, militieregister) zijn te vinden in het Stadsarchief van Amsterdam:

https://www.amsterdam.nl/stadsarchief

De dienstplichtigen kaart van Joseph Groenewoudt bevindt zich in het Nationaal Archief:
https://www.nationaalarchief.nl/
in het bijzonder:
2.13.260 Inventaris van de Staten van Dienst van militairen bij de regimenten van de Koninklijke Landmacht, geboortejaren (1871) 1900-1920 (1922), 1924-1947
.."Deze collectie is volledig openbaar en er berust geen auteursrechten op."

Gevechtsverslag mei 1940, van de commandant van het 18e regiment infanterie luitenant-kolonel J. de Lange:
Gevechtsverslag mei 1940, 18e regiment infanterie

Data transporten Kamp Westerbork:
https://collecties.kampwesterbork.nl

Uit Arolsen Archives: lijst van slachtoffers concentratie kampen, waarop Joseph en zijn broers voorkomen:
https://collections.arolsen-archives.org/en/document/5149194

Kaart Joodse raad op naam van Joseph Groenewoudt:
https://collections.arolsen-archives.org/en/document/130297762

Administratie van overlijden, Gemeentearchief Amsterdam; deze kaart vermeldt ook dat Joseph nooit gehuwd was en dat hij fietsknecht was:
https://archief.amsterdam/indexen/deeds/98533419-0473-56a3-e053-b784100ade19

Zie verder a.u.b. ook de links onderaan Joseph's herdenkingspagina.